Naar overzicht

De werkgelegenheidsdynamiek van inwoners van Waalse steden en gemeenten: neo-plattelanders?

De werkgelegenheid van de inwoners herstelt zich sneller in de randgemeenten dan in steden die een langdurig proces van peri-urbanisatie voortzetten. Er is een geïntegreerd beleid nodig voor de Waalse steden, naar het voorbeeld van de stedelijke vrijzones in Frankrijk, om de vorming van enclaves met een gebrek aan werkgelegenheid te vermijden. Deze infografiek toont de contrasterende tendensen van de tewerkstelling van de inwoners van de Waalse steden. De andere infografieken over de verschillende factoren die de werkzaamheidsgraad beïnvloeden vindt u op onze pagina Itinera4work

Ter herinnering: statistisch gezien wordt de bevolking in de werkende leeftijd (18-64) verdeeld in werkenden, werklozen en inactieven. De werkgelegenheidsgraad is het deel van de bevolking in de werkende leeftijd dat daadwerkelijk werkt. In België lag dit werkgelegenheidspercentage rond de 70% in 2021. We werken op basis van administratieve gegevens uit de elektronische stromen van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.[i] Werkgelegenheid wordt gedefinieerd op basis van woonplaats. Nauwkeurige meting met administratieve gegevens en weergave met duidelijke infografieken kunnen oordeel en interpretatie niet vervangen. Meting vereist oordeel en interpretatie.

Onze vorige infografiek onderzocht de convergentie/divergentie van de werkgelegenheidscijfers tussen inwoners van Belgische steden en gemeenten. Hieruit bleek dat 60% van de verschillen in tewerkstelling van de inwoners binnen het Waals Gewest lagen, met convergentieproblemen die bijzonder uitgesproken waren in bepaalde provincies, met uitzondering van Waals-Brabant. In het licht van deze conclusies gebruiken we deze infografiek als uitgangspunt voor een meer gedetailleerde geografische analyse van de tewerkstelling van inwoners van Waalse steden en gemeenten. Het doel is om een beter inzicht te krijgen in de veranderingen in de tewerkstelling van de inwoners en om meer licht te werpen op de lokale dynamiek.

Tewerkstelling van Waalse inwoners in 2006 en 2021

In 2020, toen de Vivaldi-coalitieregering werd gevormd, was de doelstelling om tegen 2030 een arbeidsparticipatie van 80% te bereiken.[ii] In Wallonië is de werkgelegenheidsgraad, die in 2006 59% bedroeg, slechts licht gestegen tot 64% in 2021.

Werkgelegenheidsgraad van inwoners Wallonië

Figuur 1 (Bron: Steunpunt Werk en eigen berekeningen)
 

Een meer gedetailleerde analyse, zoals die in figuur 1, onthult een contrasterende dynamiek in Wallonië, met een sterke stijging van de werkgelegenheid in de woonplaats buiten de Samber-Maas-corridor, en een veel tragere stijging van de werkgelegenheid voor de inwoners langs deze corridor. Deze figuur onthult nog een ander fenomeen: de werkgelegenheid voor de inwoners groeit veel sneller rond Brussel (Brusselse peri-urbanisatie) en de andere grote steden, waardoor de werkgelegenheidskloof met de inwoners van steden langs de Samber-Maas-corridor (Charleroi, Luik, Bergen, Namen) groter wordt. 

Dit bevestigt een welbekende trend: werkende mensen hebben de neiging om de stad te verlaten en in randgemeenten te gaan wonen, zoals die in Waals-Brabant en ten zuiden of noorden van Charleroi en Luik.  De "bedrijfswagen", telewerk, de covid crisis en een toenemende voorkeur voor milieuvriendelijke voorzieningen zetten een stadsvlucht voort die enkele decennia geleden begon (de neo-landelijke beweging).

De geringe groei van de tewerkstelling van de inwoners van de grote steden betekent niet dat deze niet langer centra van activiteit zijn, maar eerder dat de inwoners van de steden geen toegang hebben tot de tewerkstelling in de steden (onaangepaste kwalificaties, ontmoediging, discriminatie, ...). Deze infografiek trekt de geleverde inspanningen en de huidige economische omschakelingsplannen om bedrijven aan te moedigen om zich in en rond de grote steden van Wallonië te vestigen, dus niet in twijfel. Maar ze wijst wel op belangrijke spillovereffecten voor de stedelijke periferie (positieve externe effecten).  Een andere dynamiek is de uittocht van een geschoolde bevolking uit de steden, gevoed door een verslechtering van de levenskwaliteit in de stadscentra. In feite is er een hoger percentage afgestudeerden in het hoger onderwijs aan de rand van steden. [iii]

Meer recent heeft de ontwikkeling van telewerken het mogelijk gemaakt om de werkplek en de woonplaats meer van elkaar los te koppelen. Dit kan ook de uitbreiding van grensoverschrijdende arbeid verklaren. Deze uitbreiding wordt weerspiegeld in de lage werkgelegenheidsniveaus die in deze grensgemeenten worden waargenomen, aangezien werk in het buitenland vaak niet als werk in België wordt geregistreerd (op enkele uitzonderingen na). Dit is met name het geval in bepaalde gemeenten die grenzen aan Luxemburg en Duitsland, waar de geregistreerde werkgelegenheidscijfers relatief laag zijn.  [iv]

Het zwaartepunt van werkgelegenheid in Wallonïe

Een recent rapport van IWEPS[v] onderstreept dat de meerderheid van de Waalse bevolking geconcentreerd is in de corridor Samber-Maas (waar de werkgelegenheidsgraad van de inwoners en de evolutie ervan ongunstiger zijn).  We gaan het 'zwaartepunt' van de werkgelegenheid voor de Waalse inwoners weergeven om de situatie beter te objectiveren en het werkgelegenheidsbeleid in Wallonië geografisch beter te oriënteren. Daartoe hebben we figuur 2 opgesteld, waarbij de horizontale as de werkgelegenheidsgraad van de inwoners van de steden en gemeenten in 2006 weergeeft, en de verticale as de werkgelegenheidsgraad van de inwoners in 2021 (rekening houdend met het feit dat de woonmobiliteit en de migratie bepaalde steden en gemeenten in de loop van de periode aanzienlijk hebben herschikt). Elke gemeente (262 gemeenten) wordt voorgesteld door een bel waarvan de diameter evenredig is met het aantal inwoners. Elke gemeente is gepositioneerd volgens de werkgelegenheidsgraad van haar inwoners in 2006 en haar inwoners in 2021. De diagonale hoofdlijn vertegenwoordigt de constante werkgelegenheidsgraad tussen 2006 en 2021. Een gemeente boven deze diagonaal heeft dus een stijgende arbeidsparticipatie van haar inwoners, en vice versa voor een gemeente onder de diagonaal.

Vergelijking werkgelegenheidsgraad 2006 en 2021 voor inwoners Wallonië.png

 

Zoals figuur 1 laat zien, neemt de werkgelegenheid voor inwoners in de overgrote meerderheid van de gemeenten toe (deze gemeenten liggen allemaal boven de diagonaal).  De uitzondering betreft de grensgemeenten, waar de werkgelegenheid voor de inwoners is gedaald, waarschijnlijk als gevolg van de uitbreiding van grensoverschrijdend werk dat niet wordt geregistreerd als werkgelegenheid van inwoners van een gemeente. Figuur 2 illustreert duidelijk hoe het zwaartepunt van de dynamiek van de tewerkstelling van de inwoners naar beneden wordt getrokken door de lagere tewerkstelling van inwoners van grote steden die, gezien hun demografische gewicht, veel zwaarder weegt op de gemiddelde Waalse tewerkstelling. Deze analyse helpt om de zaken in perspectief te plaatsen. Toegegeven, de werkgelegenheidsgraad in Wallonië is nog ver verwijderd van de nationale doelstellingen, maar in de overgrote meerderheid van de gemeenten is de situatie aanzienlijk verbeterd. Het zijn in feite de grote stedelijke centra zoals Luik, Charleroi en Bergen die lijden onder een lage werkgelegenheidsgraad van hun inwoners. De werkgelegenheidsgraad van de inwoners van deze stedelijke centra stijgt niet snel genoeg in vergelijking met andere voorstedelijke gemeenten. Om die achterstand in te halen, zouden in figuur 2 de grote bellen die de grote steden voorstellen meer van de diagonaal moeten afwijken dan de kleine bellen die de kleinste gemeenten voorstellen. Dit is niet het geval. 

Deze analyse suggereert dat ons werkgelegenheids- en stedelijk beleid gerichter moet zijn om het isolement van grote stedelijke centra te vermijden, die gekenmerkt worden door een concentratie van arme en onzekere mensen (dit is een karikatuur van de werkelijkheid, die subtieler is). Banen dichter bij prioritaire gebieden brengen door de werkgelegenheid in deze gebieden te ondersteunen is niet eenvoudig omdat de bewoners ervan niet alleen lijden onder een lage inzetbaarheid, maar ook onder sterke discriminatie en stigmatisering op de arbeidsmarkt. Er kunnen maatregelen voor positieve discriminatie worden overwogen. Concreet: als het aantrekken van bedrijven naar stedelijke probleemgebieden niet voldoende is om bewoners (weer) aan het werk te krijgen, zouden we hun werkgelegenheid op lokaal niveau kunnen subsidiëren.[vi] Maar de werkgelegenheidsdynamiek op het niveau van de steden is complexer dan op gewestelijk niveau, aangezien ze gevoed wordt door een onderliggende dynamiek van delokalisatie van de actieve bevolking (het relatieve aandeel van de actieve bevolking neemt toe in de rand). We kunnen deze Waalse werkgelegenheidsdynamiek ook niet volledig begrijpen zonder een meer gedetailleerde analyse van het effect van Brussel wat we zullen doen in een volgende infografiek. 


[i] De gegevens van Steunpunt Werk worden ontleend aan verschillende administratieve bronnen: RSZ, RSVZ-INASTI, RIZIV-INAMI, RVA-ONEM, Statbel, DWH AM&SB binnen BCSS, BISA.  Deze administratieve gegevens zijn te onderscheiden van enquêtegegevens zoals die van de arbeidskrachtenenquête (EAK-LFS van de FOD Economie) die gebruikt worden voor internationale vergelijkingen. Deze enquête is gebaseerd op antwoorden op de volgende vragen: Heb je werk of ben je op zoek naar werk? Bent u beschikbaar voor werk binnen een bepaalde periode? Steekproeffouten en subjectiviteitsbias beperken de relevantie van deze gegevens.

[iv] Grensarbeid is niet opgenomen in onze cijfers als uitgaande grensarbeiders niet onderworpen zijn aan sociale zekerheid of personenbelasting in België (zie onze infographie 1).

[vi] Zie over dit onderwerp het uitstekende verslag van Miren Lafourcade en Florent Mayneris (2017) En finir avec les ghettos urbains? Retour sur l’expérience des zones franches urbaines, Collection du Cepremap, Edition Rue d’Ulm.

De auteurs willen graag, zonder haar hierbij te betrekken, professor Isabelle Thomas (UCLouvain) bedanken voor haar advies over cartografische semiologie en haar zorgvuldig proeflezen.