Over kerstverlichting en strategische onafhankelijkheid
Niet alleen de Kerstman komt uit het buitenland maar ook onze kerstversiering lijken we vooral te importeren. In 2019 voerden we in totaal voor meer dan €18 miljoen aan kerstverlichting in, €43 miljoen aan kerstdecoratie (niet glas) en €5 miljoen aan glazen kerstversiering (cijfers Eurostat). Terwijl de Kerstman traditioneel uit Lapland komt, blijkt onze decoratie voornamelijk te komen uit… China. De lichtjes en figuren uit onze dennenboom zijn grotendeels “Made in China”. Omdat we netto-importeur zijn van deze goederen en meer dan de helft importeren uit één welbepaald land, zijn we dus voor deze goederen strategisch afhankelijk van dit land.
Hoewel een mooi versierde boom misschien de enige traditie is die dit jaar wel kan doorgaan met Kerstmis, kunnen we moeilijk stellen dat kerstdecoratie kritisch is voor de werking van onze economie. We spreken immers pas van kritische strategische afhankelijkheid wanneer beperkte toegang tot die goederen en/of diensten de economie kunnen destabiliseren of verzwakken. Typische voorbeelden van kritische producten vinden we daarom o.a. in de chemie, de financiële sector, energiebevoorrading, …. De huidige sanitaire crisis heeft ook de farmaceutische sector op deze lijst van kritische sectoren gezet. Het tekort aan beschermingsmateriaal voor de zorgsector heeft pijnlijk duidelijk gemaakt wat de gevolgen kunnen zijn van een dergelijke strategische afhankelijkheid.
En hoewel intussen in België reeds een aantal bedrijven hun productieproces hebben omgeschakeld naar de vervaardiging van mondmaskers (Van Heurck (werkkledij) en ECA (autobekleding)) komt de meerderheid van onze mondmaskers nog altijd uit… China. Uit de Europese dataset met handelscijfers van COVID-19 gerelateerd medisch materiaal blijkt dat België voor vier van de zeven productcategorieën meer importeren dan exporteren. Voor de categorie “Beschermende kledij” zijn we voor meer dan 40% van onze import afhankelijk van China. Indien we kijken naar de cijfers voor de gekende FFP-mondmaskers zijn deze cijfers nog flagranter en zien we dat van alle geïmporteerde maskers in 2020 meer dan 70% van Chinese makelij is.
Een tekort aan medisch beschermingsmateriaal stelt niet enkel een risico voor onze sanitaire veiligheid. De schaarste aan dit materiaal maakt dat de producerende landen ze kunnen inzetten om hun macht en invloed te laten gelden. Met de zogenaamde “mondmasker-diplomatie” probeert China van Italië tot Zimbabwe de “hearts and minds” te veroveren van verschillende regeringsleiders. En ook de nieuwe vaccins dreigen gebruikt te worden als geopolitiek wapen door niet enkel China maar ook Rusland.
COVID-19 zal op die manier niet enkel een effect hebben op de manier waarop we dit jaar Kerstmis vieren maar zal ook een duidelijke invloed hebben op het geopolitieke debat. Internationale handel zal niet enkel meer gedreven worden door efficiëntievoordelen maar meer en meer landen maken de afruil met economische veiligheid en autonomie. De pandemie heeft immers ook aangetoond hoe fragiel bevoorrading kan zijn bij globale productieketens. In Japan krijgen bedrijven intussen “Ex-China” subsidies om hun productie uit China weg te halen. In België en Europa zullen en moeten we waarschijnlijk niet zo ver gaan.
We moeten het debat rond strategische onafhankelijkheid echter wel durven voeren. We moeten onze kritische sectoren bepalen alsook een minimaal niveau van onafhankelijkheid en zelfredzaamheid voor deze sectoren. We moeten natuurlijk oppassen om niet te verglijden in een ondoordacht protectionistisch beleid waar geen enkele partij beter van wordt. Onze kerstverlichting mag nog altijd uit China komen. Misschien hangen we dit jaar zelfs wat extra lichtjes in onze boom.
Hoewel een mooi versierde boom misschien de enige traditie is die dit jaar wel kan doorgaan met Kerstmis, kunnen we moeilijk stellen dat kerstdecoratie kritisch is voor de werking van onze economie. We spreken immers pas van kritische strategische afhankelijkheid wanneer beperkte toegang tot die goederen en/of diensten de economie kunnen destabiliseren of verzwakken. Typische voorbeelden van kritische producten vinden we daarom o.a. in de chemie, de financiële sector, energiebevoorrading, …. De huidige sanitaire crisis heeft ook de farmaceutische sector op deze lijst van kritische sectoren gezet. Het tekort aan beschermingsmateriaal voor de zorgsector heeft pijnlijk duidelijk gemaakt wat de gevolgen kunnen zijn van een dergelijke strategische afhankelijkheid.
En hoewel intussen in België reeds een aantal bedrijven hun productieproces hebben omgeschakeld naar de vervaardiging van mondmaskers (Van Heurck (werkkledij) en ECA (autobekleding)) komt de meerderheid van onze mondmaskers nog altijd uit… China. Uit de Europese dataset met handelscijfers van COVID-19 gerelateerd medisch materiaal blijkt dat België voor vier van de zeven productcategorieën meer importeren dan exporteren. Voor de categorie “Beschermende kledij” zijn we voor meer dan 40% van onze import afhankelijk van China. Indien we kijken naar de cijfers voor de gekende FFP-mondmaskers zijn deze cijfers nog flagranter en zien we dat van alle geïmporteerde maskers in 2020 meer dan 70% van Chinese makelij is.
Harten veroveren met mondmasker-diplomatie
Een tekort aan medisch beschermingsmateriaal stelt niet enkel een risico voor onze sanitaire veiligheid. De schaarste aan dit materiaal maakt dat de producerende landen ze kunnen inzetten om hun macht en invloed te laten gelden. Met de zogenaamde “mondmasker-diplomatie” probeert China van Italië tot Zimbabwe de “hearts and minds” te veroveren van verschillende regeringsleiders. En ook de nieuwe vaccins dreigen gebruikt te worden als geopolitiek wapen door niet enkel China maar ook Rusland.
COVID-19 zal op die manier niet enkel een effect hebben op de manier waarop we dit jaar Kerstmis vieren maar zal ook een duidelijke invloed hebben op het geopolitieke debat. Internationale handel zal niet enkel meer gedreven worden door efficiëntievoordelen maar meer en meer landen maken de afruil met economische veiligheid en autonomie. De pandemie heeft immers ook aangetoond hoe fragiel bevoorrading kan zijn bij globale productieketens. In Japan krijgen bedrijven intussen “Ex-China” subsidies om hun productie uit China weg te halen. In België en Europa zullen en moeten we waarschijnlijk niet zo ver gaan.
Debat durven voeren
We moeten het debat rond strategische onafhankelijkheid echter wel durven voeren. We moeten onze kritische sectoren bepalen alsook een minimaal niveau van onafhankelijkheid en zelfredzaamheid voor deze sectoren. We moeten natuurlijk oppassen om niet te verglijden in een ondoordacht protectionistisch beleid waar geen enkele partij beter van wordt. Onze kerstverlichting mag nog altijd uit China komen. Misschien hangen we dit jaar zelfs wat extra lichtjes in onze boom.