De financiering van de Europese begroting staat onder druk

De financiering van de Europese begroting staat onder druk

Dynamiek van “I want my money back” kan aanleiding geven tot potentieel budgetverlies van 28,9 miljard euro door rebates

De komende dagen wordt in Brussel onderhandeld over de nieuwe begroting van de Europese Unie.

Itinera analyseerde de bijdragen van de verschillende lidstaten en maakte een vergelijking met hun fiscale capaciteit.

Opmerkelijk is dat bij de netto-bijdragers al een meerderheid een uitzonderingsregime hebben bedongen wat betreft hun bijdrage.

Zo heeft het Verenigd Koninkrijk een permanente rebate of korting die destijds ontstond omdat Margaret Thatcher argumenteerde dat het land in vergelijking met Frankrijk veel minder van het Europees budget genoot via landbouwsubsidies. De voorbije jaren werd dit voorbeeld gevolgd door landen zoals Duitsland, Nederland, Zweden en Oostenrijk. De rebates van die landen worden elke budgetcyclus opnieuw onderhandeld. Op dit moment klopt ook Denemarken hard op tafel om een korting te bedingen.



Als we de cijfers nader bekijken blijkt dat de bijdrage per hoofd het hoogst is voor Luxemburg, maar dit is te verklaren daar het inkomen per hoofd hier het hoogst is. Daarnaast zijn er landen waarbij het inkomen per hoofd hetzelfde is maar de bijdragen per hoofd enorm verschillen. België betaalt bijvoorbeeld ongeveer een 250 euro per hoofd meer dan het Verenigd Koninkrijk. Hetzelfde geldt voor Denemarken in vergelijking met Ierland.

Itinera toont aan dat als de lidstaten verdergaan in een onderlinge vergelijking op basis van relatieve positie op het vlak van inkomen per hoofd en de huidige bijdrage per hoofd, en hiermee kortingen willen bedingen, dit voor de hele Europese Unie tot een verlies aan budgettaire middelen van 28,9 miljard euro kan zorgen.

Er is een sterke dynamiek waarbij elk land focust op zijn zogenaamde netto-bijdrage die ervoor kan zorgen dat de Europese Unie in de toekomst nog meer problemen ondervindt om haar taken uit te voeren. Ten minste is het aan te bevelen dat er aandacht zou gaan naar waar het geld voor benut wordt in plaats van louter naar de eigen boekhoudkundige balans te kijken. Net zoals voor een individuele lidstaat als België komt het er ook voor de Europese Unie op aan om in haar budget een performantie gedreven logica te introduceren. Het is maar de vraag in welke mate dit zou veranderen indien er in de toekomst effectief meer eigen middelen komen voor het Europese niveau.

Voor meer gedetailleerde info lees het  rapport op www.itinerainstitute.org  

Voor meer info neem contact op met Ivan Van de Cloot, chief economist Itinera : 0478/43 47 17