Itinera betreurt het debat over Belgische loonkostenhandicap
De lichte afname van de Belgische loonkostenhandicap, zoals vastgesteld door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, is een goede zaak voor economie en werkgelegenheid.
Itinera betreurt echter dat het debat hierover niet genuanceerd verloopt.
1. Wat telt is niet kosten per se, maart de verhouding tussen loonkosten en productiviteit. Precies op dat vlak scoort België slecht. Slechts 35% van de loongroei in België kwam de jongste jaren uit productiviteitsgroei. In Duitsland was dat bijna 70%, in Frankrijk 50%.
2. Het heeft geen zin om de loonkostenhandicap in één gemiddelde voor de hele Belgische economie te steken. Buitenlandse concurrentie speelt niet even sterk in alle sectoren of bedrijven. Het is vooral in de maaksectoren dat de loonkosten zuur opbreken in vergelijking met onze belangrijkste handelspartners. En het is precies daar dat de Belgische economie stelselmatig marktaandeel verliest.
3. De loopgravenoorlog tussen werkgevers en vakbonden is zeer jammer. Het is en blijft een realiteit dat België in kritieke sectoren een loonkostenhandicap heeft. Het besef daarover in het buitenland en bij buitenlandse investeerders bestaat. Ontkenning helpt niet. Maar evenmin kan concurrentiekracht tot het aspect loonkosten worden gereduceerd.
4. Er is een lange weg te gaan. Itinera pleit voor strategie die tegelijkertijd verfijnder en algemener is. Verfijnder omdat het verschillen tussen sectoren onderkend. Algemener omdat het andere aspecten van concurrentiekracht in kaart brengt.
5. Loonlastenverlaging blijft de grootste prioriteit. Niemand belast arbeid meer dan België. De onzichtbare kant van het loonkostendebat is het verlies aan jobs die niet met productiviteit de zware kosten kunnen compenseren. Daarvan is vooral de mindergeschoolde arbeid het slachtoffer. Het gebrek aan strategie over loonkosten en concurrentiekracht treft dus vooral de zwakkeren in onze samenleving.
Meer cijfers en aanbevelingen vindt u in de rapporten die deze week, in samenwerking met de Europese Commissie, werden gepubliceerd