Naar overzicht

Koppel het armoededebat aan de evolutie van de sociale mobiliteit

Sociale mobiliteit kan op één generatie slaan (de intragenerationele sociale mobiliteit) of op meerdere generaties (de intergenerationele sociale mobiliteit). De intragenerationele mobiliteit is de sociaal-economische evolutie die een individu in de loop van zijn of haar leven kan doorlopen. Hoe groter deze mobiliteit, hoe groter de kans dat men zijn sociaal-economische omstandigheden verbetert. De intergenerationele mobiliteit, daarentegen, wordt eerder gedefinieerd als de mate waarin bepaalde sleutelkenmerken van een individu kunnen verschillen van die van zijn ouders. Hoe groter de intergenerationele mobiliteit, hoe meer de sociaal-economische toestand van een individu zal verschillen van die van zijn (voor)ouders. Hoe kleiner de intergenerationele mobiliteit, hoe minder de sociaal-economische toestand van een individu zal verschillen van die van zijn (voor)ouders. Ruw geschetst kan men stellen dat de mobiliteit afhangt van de familiale en maatschappelijke omgeving waarin een individu zich bevindt, maar ook van het institutioneel kader, van het beleid dat gevoerd wordt en van de economische context.