Naar overzicht

Verkiezingen 2014 - Competitiviteit: benut technologie als hefboom, ook in het onderwijs

High-tech biedt grote exportkansen. Algemeen wordt erkend dat de Belgische export te veel bestaat uit intermediaire goederen die onderhevig zijn aan een harde kostenconcurrentie. Tussen 2007 en 2012 steeg wel het aandeel van de hoogtechnologische export in de totale Belgische export van 6,6 naar 8,6% (European Commission (2013): Industrial Policy Scoreboard). Ter vergelijking; het aandeel van de hoogtechnologische export in de totale export van de EU-28 bedraagt 15,6%. Markant is dat Duitsland met een aandeel van de hoogtechnologische export van 13,9% net onder het Europese gemiddelde valt.



Hoewel we niet zomaar alle intermediaire productie kunnen afdoen als ‘low-tech’ zonder enig groeipotentieel op middellange termijn, toch bieden de hoogtechnologische sectoren de meest kansen op groei. Meer capaciteit opbouwen in hoogtechnologische innovatie en productie is niet mogelijk zonder de continue instroom van getalenteerde medewerkers. Onderwijs is dan ook één van de steunpilaren onder de Belgische competitiviteit. En net hier nijpt het spreekwoordelijke schoentje want er dreigt voor ons land een stijgende arbeidsschaarste in het (hoog)technologische segment. Zo steeg in de Europese Unie het aandeel van 20-29 jarigen met een diploma wetenschappen en technologie van 12,5% in 2007 tot 15,2% in 2011. Deze toename is deels het resultaat van gerichte inspanningen in heel wat landen. Uit Tabel 4 blijkt echter dat dit percentage in ons land daalde van 14 % in 2007 tot 12,7% in 2011. De Belgische onderwijsoutput leidde dus tot een omgekeerde evolutie in vergelijking tot de rest van Europa. In Nederland is dit percentage echter nog lager terwijl dit in Duitsland steeg van 11,4% in 2007 naar 14,8% in 2011. Koplopers zijn het VK en Frankrijk, samen met Finland en Ierland.



Tabel 4: Het percentage van 20-29 jarigen met diploma van hogere (tertiaire) opleidingen in wetenschap en technologie





 



Bron: European Commission (2013): Industrial Policy Scoreboard



 



De beschikbaarheid van menselijk kapitaal is een basisvoorwaarde voor het aantrekken van investeringen en het inspelen op de groeikansen geboden door de emerging markets. Ons huidige onderwijssysteem speelt hier niet op in, ondanks de herhaalde oproepen van zowel de beleidsmakers als de bedrijven. Dit is jammer omdat de tewerkstellingskansen in de niet-technologische sectoren zeker niet beter zijn dan in de technologische sectoren. Integendeel! Zo blijkt uit recent onderzoek van Kuleuven/Vives dat de ruim gedefinieerde high-tech tewerkstelling in België tussen 2000 en 2011 steeg met 22.3%. In Duitsland steeg de high-tech tewerkstelling maar met 13% en in Nederland bleef deze min of meer stabiel (zie Tabel 5). In 2011 werkten ongeveer 549 000 mensen in de Belgische high-tech. High-tech is zonder meer een groeisector in de Belgische economie maar het toekomstige groeipotentieel dreigt onderbenut te blijven door een schaars aanbod van werknemers. Uit dezelfde analyse van Kuleuven/Vives blijkt - niet echt verrassend- dat kiezen voor een STEM-profiel  - opleiding met focus op science, technology, engineering and mathematics - leidt tot een (veel) lagere kans op werkloosheid.



Tabel 5 - Evolutie van de high-tech tewerkstelling





 



Bron: Goos,M. et al. (2013). High-Technology Employment in the European Union, Kuleuven/VIVES Discussion Paper 2013/41, December 2013



 



Kiezen voor technologie als onderwijsoriëntatie opent voor jonge mensen een zeer boeiende wereld waarvan we het potentieel amper kunnen inschatten. De kracht van technologie zal bovendien zeer zichtbaar worden in de arbeidsomgevingen van de nabije toekomst. De automatisering die de industrie heeft getransformeerd, dient zich vandaag aan in alle dienstensectoren. Eenvoudige kantoorjobs verdwijnen vandaag al in een sneltempo. In een ruchtmakende analyse paper uit 2013 voeren Carl Benedikt Frey en Michael Osborne van de universiteit van Oxford aan dat in 47 procent van de beroepscategorieën – waarvan het merendeel diensten - een groot gevaar op automatisering bestaat. Frey en Osborne hebben het onder meer over accountancy, juridisch werk en een heleboel andere witteboordenbanen die de afgelopen decennia alsmaar belangrijker zijn geworden in termen van tewerkstelling. De projecties van Frey en Osborne hoeven geen realiteit te worden maar net in landen met zeer hoge belastingen op arbeid is er altijd een motivatie om arbeid te vervangen door technologie…



Dit kader met stijgende arbeidskansen in high-tech met low-tech jobs onder toenemende druk, vereist een onderwijssysteem dat alle jongeren – en niet alleen een selectie van jongeren – voorbereidt en wapent. De impact van technologie op onze maatschappij op middellange en lange termijn kan niet voorspeld worden. Niemand kan nu studierichtingen hervormen op een wijze die in 2025 optimale resultaten garandeert. Diversiteit lijkt dan ook het antwoord op de toekomstuitdagingen. Ons onderwijsweefsel zou net op zo’n divers mogelijke manier moeten gestimuleerd worden om het potentieel van technologieën te verkennen op een actieve en adaptieve manier. Onderwijssystemen moeten zelf leren uit hun experimenten en hun interne processen frequent bijstellen. Net zoals de beste bedrijven streven naar flexibiliteit en zichzelf continue heruitvinden, kan ook een deel van ons onderwijssysteem organisch georganiseerd worden.   



Een meer actief pro-STEM onderwijsbeleid in functie van de enorme diversiteit die technologie uitlokt, lijkt dan ook wenselijk om onze competitiviteit te versterken en tewerkstellingsopportuniteiten te benutten.



Lees het volledige rapport