Naar overzicht

Verkiezingen 2014 - Werk: Oproep aan de regio's: van banenplannen à gogo naar banenplannen à minima

Door de zesde staatshervorming verhuist een groot deel van de bollenwinkel van meer dan 115 banenplannen, budget incluis, naar de regio’s. Het is tijd voor een mentale time-out. Moeten we een banenplan beoordelen op basis van hoeveel personen er in stappen, of op basis van hoeveel extra jobs het netto oplevert? Willen we werkzoekenden een tijdelijke baan geven, of op weg zetten in de loopbaan? Dient een banenplan de werkgever in lastenverlaging, of de werkzoekende? Willen we groepen bevoordelen, of personen kansen bieden? Wie voor de tweede opties kiest, moet banenplannen maximaal afschaffen. Het vrijgekomen budget kan naar lastenverlaging en kan de werkverzekering helpen om werkzoekenden op maat aan nieuw werk te helpen.Minstens moet werk gemaakt worden van een grondige sanering volgens de volgende krijtlijnen:
  • Reduceer de doelgroepen: ga op zoek naar de grootste gemene delers van probleemwerkzoekenden, bijvoorbeeld loonhoogte of onderwijsprofiel.
  • Heb meer aandacht voor doorstroming via het banenplan: te veel banenplannen bieden een baan maar geen loopbaan.
  • Verminder directe jobcreatie bij bepaalde sectoren of werkgevers en focus meer op brede tewerkstelling-stimulansen ten bate van de werkzoekende.
 Figuur 8: België staat aan de top voor publieke uitgaven in arbeidsmarktbeleid…Tabel 2: …maar we besteden die middelen vooral aan directe jobcreatie en –subsidies: de banenplannen. De best presterende arbeidsmarkten besteden hun middelen vooral aan persoonlijke investering en dienstverlening voor de loopbaan van de werkzoekenden.Het is politiek legitiem om bepaalde groepen op de arbeidsmarkt te willen helpen. Daarvoor dient een banenplan. Maar het kan veel efficiënter. Werkzoekenden kunnen op maat worden geholpen. Daarvoor hebben we arbeidsbemiddeling. Extra steun voor opleiding, scholing, stage of mobiliteit, kan dan op individuele basis worden verleend. Dat is veel beter met een precisiegeweer te schieten dan met hat kanon van een banenplan. Een banenplan scheert iedereen van zijn doelgroep over dezelfde kam, ongeacht persoonlijke noden of verschillen. Vandaar ook de grote verkwisting.Een alternatief beleid kan over volgende assen lopen:
  • Een versterkte persoonlijke begeleiding en ondersteuning van de werklozen op individuele basis. Dit is een regionale bevoegdheid die versterkt kan worden in de context van een staatshervorming. Zie daarvoor ons voorstel voor modernisering van de werkloosheidsverzekering. Met de bevoegdheidsoverdracht van een deel van de federale banenplannen wordt ook een stevig budget overgedragen. Dat budget kan prioritair gebruikt worden voor een sluitende en gepersonaliseerde begeleiding van de werkzoekende
  • Een algemene loonlastenverlaging, in het bijzonder voor de lagere lonen, door een combinatie van alternatieve financiering van de sociale zekerheid met progressieve sociale bijdragen. Het reduceren van de loonkost heeft een bewezen positief effect op werkgelegenheid. Daarenboven genereert het geen overheadkost, maar vermindert het integendeel de bureaucratische kost die gepaard gaat met het bepalen, betalen, innen en controleren van loonbelastingen.
  • Het actief bestrijden van discriminatie en het promoten van diversiteit op de arbeidsmarkt, waarbij opnieuw de klassieke gemarginaliseerde doelgroepen gediend worden.
  • Wie de logica van de werkverzekering volgt, eindigt uiteindelijk in een banenplan. Voor die probleemgevallen waarin werk op de reguliere arbeidsmarkt onmogelijk blijkt, transformeert werkloosheidsverzekering zich in werkverzekering: één groot rest-plan. Tussen het begin van het werk zoeken en het eindpunt van georganiseerde gesubsidieerde activiteit, kan de bevordering van werkgelegenheid best op individuele basis gebeuren.
Lees hier het volledige rapport