Naar overzicht

De drastische therapie van Peking

Als een donderslag bij klaarlichte hemel devalueerde China op 11 augustus zijn munt de yuan tegen de dollar met de grootste beweging (1,9% op een dag tijd) sinds 1994. Omwille van het zomerreces wekt dit minder discussie op dan je zou verwachten. Ondertussen volgde zelfs een tweede aanpassing met 1,6%. De daad wordt door velen gezien als een feitelijke breuk met jarenlange beloftes van China om minder te mikken op de buitenlandse handel voor zijn economisch model.

Binnenlandse vraag


Het waren net de handelsoverschotten in combinatie met het muntbeleid die in het Westen tot de discussie leidde dat China de wereld economisch destabiliseerde. Een duurzaam economisch model zou erin bestaan dat eindelijk werk gemaakt wordt van de omdraaiing naar binnenlandse vraag. Wat China nu doet, is het tegenovergestelde van die officiële doelstelling om minder afhankelijk te worden van de export. Daar spreekt een zekere wanhoop uit en dat zal niet zonder gevolgen blijven.

China en het IMF


De directe economische respons bestond uit dalende grondstofprijzen en een correctie op de beurzen. China is immers een grote consument van grondstoffen die nu geprijsd in binnenlandse munt duurder worden. Buitenlandse beurzen vrezen dan weer minder vraag uit China (denk aan luxegoederen) en meer concurrentie van goedkope Chinese export door de goedkopere yuan. De repercussies zullen echter veel dieper en verstrekkender kunnen uitdraaien.

De Amerikaanse senator Charles Schumer verklaarde al dat de Gele Reus het kan vergeten om aanzien te worden als behoeder van de globale reservemunt. Dit verwijst rechtstreeks naar de beslissing die het Internationale Muntfonds later op het jaar moet maken om China toe te laten tot emittenten van speciale trekkingsrechten op het Fonds (deze SDR bevat verder dollar, euro, pond en yen). Nochtans zegt China zelf zijn munt net meer aan marktkrachten over te laten.

Sceptici stellen dat het land echter zijn munt alleen vrijlaat als het in de door hen gewenste richting evolueert. Het land riskeert met name verweten te worden om de muntenoorlog die al onderweg was, tot een hoger niveau getild te hebben. Vietnam liet alvast ook zijn munt al zakken.

Devaluatie als laatste redmiddel


Waarom China deze risico’s dan neemt? Omdat het ondertussen alles al uit de kast had gehaald om zijn tanende groei aan te zwengelen en een devaluatie als het laatste redmiddel aanzien werd. De Chinese leiders tonen zo ook aan dat ze van hun eigen statistieken niet veel geloven. Terwijl de economische groei in het tweede kwartaal officieel 7% bedroeg, wijzen andere cijfers eerder op een ritme van nauwelijks 4%. Het zegt veel over het land dat het eerder alles op alles zette om opnieuw hete lucht in de beurs te blazen. Hierbij werden staatsbedrijven zelfs aangezet tot het opkopen van aandelen van private bedrijven. Ondertussen blijft de overcapaciteit in talloze sectoren aanhouden, terwijl de schuldenlast zowel bij lokale overheden als bedrijven torenhoog blijft. In de eerste zeven maanden van 2015 lagen de nieuwe leningen zelfs 36% hoger dan vorig jaar.

China als grote boosdoener?


Het is echter overdreven om door deze actie China als de grote boosdoener te bestempelen in een nieuwe muntenoorlog. Eenvoudigweg omdat andere landen in dit licht al veel drastischere ingrepen deden. De vraag is of het hierbij ophoudt of dat de yuan nog veel verder verzwakt. Iedereen beseft dat om zijn export werkelijk nieuw leven in te blazen, er veel meer nodig is. Wat de maatregel al wel heeft bewerkstelligd, zijn belangrijke kapitaalstromen gezien de onzekerheden. In elk geval is de volatiliteit op de internationale markten het thema om rekening mee te houden.