Naar overzicht

Lage intresten, een sluipend gif voor de economie

Het is opvallend hoe velen positief blijven reageren op lage rentevoeten, het nadeel ervan voor de spaarder minimaliseren  en panikeren bij de minste stijging ervan. (Te) hoge rentevoeten zijn inderdaad ongunstig, maar dit wil niet zeggen dat lage rentevoeten een zegen zijn. De huidige rentevoeten liggen historisch laag en ze zijn nadelig op lange termijn.



Dat Merkel einde april een oproep deed voor licht hogere intresten (weliswaar enkel voor haar eigen land) is een lichtpunt, maar haar oproep kreeg nog weinig aandacht . En recentelijk  waarschuwde ook de BIB ( Bank voor Internationale Betalingen) voor de nefaste gevolgen van een officieel beleid van langdurig lage rentevoeten.



Algemeen wordt aangenomen dat lage interestvoeten de economie  stimuleren, omdat investeringsprojecten dan een lage leningskost kennen en ook omdat ze vlugger rendabeler zijn dan een risicovrije belegging, gezien diens lage rentevoet. 



Dat is evenwel een benadering vanuit de aanbodzijde van de economie . In tegenstelling tot wat veel wordt gesteld, kunnen  lage interestvoeten de vraag naar producten en diensten negatief beïnvloeden. Enerzijds omdat lage intrestvoeten een lage inflatie impliceren en dat deze minder aanzet tot consumptie (“het is morgen toch niet duurder”), anderzijds omdat het spaarinkomen van de burgers sterk verlaagd is . De vicieuze cirkel wordt nog versterkt doordat de zwakkere economie de burger onzeker maakt  en hij hierdoor liever spaart dan consumeert.



En zo zijn we gekomen in de zogenaamde liquiditeitsval , waarbij de burger zijn spaargeld bijhoudt in een periode van lage intrestvoeten ; een probleem waarover macro-economen het al bijna 100 jaren niet eens geraken …



Momenteel  lijken de nadelen van de lage rente toch hoger te zijn dan de voordelen ervan. Het debat komt op gang . Hierna wat munitie voor dezen die pleiten voor hogere rentevoeten.



Minder consumptie vanwege de burger



Men redeneert dat een lage rente de burger aanzet tot consumptie omdat lenen goedkoop is en sparen minder zin heeft. Dat is juist wanneer de rentevoeten tijdelijk lager zijn, maar langdurig lage rentevoeten creëren een omgekeerd effect !



Uiteindelijk wordt de burger zich namelijk bewust dat zijn spaarvermogen afneemt en gaat hij daardoor juist op de rem staan !



Zo worden de gepensioneerden die proberen (beter) te leven met hun spaarcenten geraakt. Een halvering van de intrestinkomsten, wat voor velen zeker zo is, houdt een substantiële daling in van hun pensioeninkomen. Het gevolg?  Minder consumptie – in het beste geval – en dus nefaste gevolgen voor de economie. In het slechtste geval zullen ze de armoedegrens benaderen.



Maar ook de jongeren die een eigen woning willen verwerven zijn slachtoffer. Een hypothecaire lening is weliswaar goedkoper, maar met lage intresten kan men moeilijk het nodige eigen startkapitaal ( cfr.  de aangewezen eigen 20%) opbouwen.



En zo zijn er ongetwijfeld nog vele andere burgers die minder consumeren omdat ze minder financiële inkomsten hebben.



Ter indicatie ; het bruto inkomen van de gezinnen bedraagt ongeveer 200 miljard euro  ; bij benadering dus 130 miljard netto . Het financieel actief van de gezinnen bedraagt ongeveer 1.000 miljard euro ; een daling van de interesten met 2% (bijv 3% ipv 5%) betekent een inkomensdaling van 20 miljard of ongeveer 15% van het totale inkomen! Dat moet toch een effect hebben op het consumptiepatroon !



Een bijkomend nefast effect van de lage rentevoeten is de groeiende jacht op beleggingsproducten met een hoger risico ; een bedreiging van onze financiële stabiliteit (dixit ECB).



Ook de financiële sector kreunt onder de lage rentevoeten



De financiële sector kan op weinig sympathie rekenen, maar  hun problemen worden uiteindelijk wel de problemen van burger , economie en soms zelfs overheid.



De lage rentevoeten spelen de verzekeraars parten. Vooral voor levensverzekeraars, die verplichtingen moeten nakomen van bestaande contracten, maar ook voor niet-leven verzekeraars (en hun klanten) impliceren lage rentevoeten minder inkomsten en bijgevolg hogere premies. Het business model van een verzekeraar is namelijk niet alleen gebaseerd op de premievoeten, maar ook op de financiële inkomsten die premies en reserves voortbrengen.



 Ook het business model van de (klassieke) bankier staat onder druk. Hogere rentevoeten betekenen logischerwijs een steilere rentecurve (in functie van de looptijd) en zo’n curve genereert de inkomsten van de bankier. Wanneer die curve te ‘plat’ wordt, hetgeen sinds begin 2000 het geval is, moet hij op zoek gaan naar andere inkomstenbronnen. We weten intussen allemaal wat het resultaat is.



Ook bedrijven ondervinden nadelen



Bedrijven ondervinden vooreerst en vooral als nadeel het indirecte gevolg van de dalende intresten, namelijk de dalende consumptie  ( vanwege particulieren en bedrijven) en dus een dalende omzet, vooral wanneer de thuismarkt de afzetmarkt is, wat in België voor vele bedrijven het geval is.



Firma’s die zich moeten financieren (kredieten en obligaties) profiteren van lage rentevoeten, maar dit voordeel wordt overschat ; de lening moet nog steeds terugbetaald worden wat moeilijk is in een economie waarvan de consumptie reduceert ingevolge diezelfde intrestvoeten... Evenwel geldt anderzijds ook dat voor sommige onroerend goed investeringsprojecten het rendement (te) laag wordt   bij lage inflatie (lagere huurinkomsten) en lagere yield (hogere aankoopprijs van het onroerend goed). Onderschat ook niet het aantal KMO’s  dat voldoende eigen vermogen (liquide middelen) heeft dat nu minder extra inkomsten genereert en dus de winstmarge, al is het marginaal, reduceert.



Daarnaast moeten we wijzen op de gevolgen voor het aanvullend pensioen, dat voor veel bedrijven duurder  wordt (lagere intrestopbrengst voor de pensioenpremies…), zeker in het kader van de huidige Wet op de Aanvullende Pensioenen, die een minimumrendement ten laste van de werkgever legt.



En er zijn de vele bedrijven en organisaties waarvan het businessmodel sterk afhankelijk is van de intresten, zoals de sociale secretariaten,  vzw’s, mutualiteiten, interimbureaus, leasingfirma’s…



Vele bedrijven en organisaties moeten hun lagere financiële inkomsten compenseren met prijsverhogingen,minder tewerkstelling, lagere arbeidsvoorwaarden en minder investeringen.



Alle slachtoffers moeten zich laten horen, want het mag duidelijk wezen dat langdurig lage intresten een domper zijn voor de economie.



Overheid



En de overheid? Profiteert zij niet van de lage rentevoeten? Aan haar uitgavenzijde wel, maar niet wat haar inkomsten betreft. Wat baat het minder uitgaven te hebben, wanneer lagere intresten minder consumptie en dus minder fiscale inkomsten genereren.



De huidige lage rente op overheidspapier heeft ook tot gevolg dat hierop voornamelijk wordt ingeschreven door buitenlanders ; is dat een gunstige evolutie ?



Daarnaast wordt de verhoogde kost tengevolge van een hogere intrest op de staatslening   ( en trouwens enkel op de nieuwe uitgiftes) sterk afgeremd door inkomsten van  de hogere roerende voorheffing (25% intussen!) op de intresten van alle spaarformules.  Ter indicatie :  het financieel  vermogen van (enkel) de Belgische gezinnen bedraagt 1000 miljard euro, zijnde al meer dan het dubbele van de totale overheidsschuld.



In dit verband even opmerken dat het debat over al dan niet (hogere) roerende voorheffing op intresten van spaarboekjes een verkeerd debat is. Elke spaarder is ongetwijfeld voorstander van intresten van 2% met 25% roerende voorheffing in plaats van 1% zonder roerende voorheffing…



Intresten kunnen een brandstof voor de economie zijn



Macro-economisten wijzen op een wezenlijke correlatie tussen lage intresten en een daling van het BBP. Hieruit wordt vlug afgeleid dat de lage intresten het gevolg zijn van ( en normaal zijn bij) de zwakkere economie. Maar uit het voorgaande mag men afleiden dat oorzaak en gevolg mogelijk verward worden! Langdurige lage intresten zijn zelfs een sluipend gif voor onze economie. Een dergelijke bewustwording moet leiden tot meer kritiek op lage intresten en in het bijzonder op dezen die het institutionaliseren.  



Wat moet er dan gebeuren ?



Momenteel zijn de lage intresten geen aandachtspunt voor de ECB ; zij bekommert zich enkel over de (lage) inflatie. En het ECB-beleid heeft als gevolg dat de intresten ook zeer laag zijn. Zoals hierboven beschreven, leidt dit tot nefaste situaties voor onze economie en samenleving. De ECB zou zich niet mogen beperken tot haar inflatiedoelstelling ; zij zou moeten bijdragen tot een mooi evenwicht tussen bescheiden  inflatie en substantiële intrestvoeten. De boodschap is dat de economie beter af is met 3% inflatie en 5% intresten dan met 0% inflatie en 2% intresten. Een beetje inflatie leidt tot ‘actie’, een beetje intresten voorziet de nodige brandstoffen. Inflatie en intresten zijn voor de economie wat eten en drinken zijn voor ons lichaam. Te veel is nefast, te weinig is dodelijk…



 



T.Meeus   



CEO Federale Verzekering