Naar overzicht

Virtuele cijferdans

Bent u nog niet duizelig van alle cijferplannen waarmee de verschillende politieke partijen elkaar dezer dagen bekampen? Zowel ten noorden als ten zuiden van de taalgrens regent het berekende voorstellen en programma’s, allemaal overgoten met een sausje electoraal voluntarisme over – afhankelijk van de politieke optie – de economische kosten of baten. Wie de slag van de cijferaars overschouwt, wordt door drie zaken getroffen.



Vooreerst is er een terugkerend welles-nietes over de juistheid van cijfers. Iedere politieke partij vindt de eigen cijfers wetenschappelijk en die van de andere gemanipuleerd. Wellicht hebben ze allemaal voor een stuk gelijk en voor een stuk ongelijk. Zolang er geen duidelijke consensus is over de macro-economische modellen waaraan politieke programma’s kunnen getoetst worden, is elke becijfering nattevingerwerk.



Zolang er geen politieke cultuur is voor precieze en transparante partijprogramma’s, is elke berekening een schatting.



We hebben noch het model, noch de cultuur, maar we creëren daarvan nu wel de illusie. De electorale belofte van onafhankelijke controle is niet de voor de eerste keer gedaan. Hopelijk wel voor de laatste keer: op naar een duidelijk en verantwoord telkader voor alle volgende verkiezingen, met navenante pragmatische disciplinering van de partijprogramma’s. Al de rest is vooral improvisatie of gegoochel dat vooral de electorale propaganda moet dienen.



Ten tweede is er een duidelijke tegenstelling tussen Noord en Zuid. Jawel, alle Vlaamse partijen vallen natuurlijk de programma’s van de concurrenten af, en idem dito in Wallonië: het zijn nu eenmaal verkiezingen. Maar er is onmiskenbaar een stevige Vlaamse meerderheid met een gemene deler van begrotingsdiscipline, competitiviteit, belastingverlaging, belastingverschuiving en besparingen. Afgetoetst aan de programma’s en aan het discours van zowat alle Franstalige politieke partijen met uitzondering van de MR, tekent zich daarmee een nieuwe communautaire kloof af die deze keer niet institutioneel, maar sociaaleconomisch en fiscaal is.



Verkiezingsbeloften hebben de neiging instant op te lossen in het bad van het Belgische compromis, maar er zal deze keer behoorlijk wat oplosmiddel nodig zijn. Het recept daarvoor is trouwens niet langer puur Belgisch: er is de sturende hand van Europa. Samen met alle andere landen van de Eurozone heeft België zich immers tot budgettaire en andere economische doelstellingen verbonden. De derde opmerkelijke vaststelling bij de electorale cijferdans is daarom de afwezigheid van de Europese Unie als danschoreograaf. Er valt in de electorale debatten bitter weinig over Europa te vernemen.



Nochtans heeft Europa de bandbreedte voor Belgische politieke beslissingen verminderd. De te bereiken doelstellingen zijn grotendeels verworven. Het gaat vooral over de middelen om die te halen. Ideologisch kunnen partijen daarbij grondig van mening verschillen. Maar de uitganspositie van ons land inzake belastingdruk, overheidsbeslag en staatsschuld, de pensioenbeloften voor de babyboomers, en de context van een open economie in internationale concurrentie, zullen vele politieke instincten doen sneuvelen op de bank van de eurodiscipline.



De zwierige dans der cijfers heeft dus een groot virtueel gehalte. De berekeningen zijn geforceerd, het politiek realisme is afwezig, en het Europese carcan onzichtbaar. Het wordt een boeiende ochtend, op 26 mei.