Een tijd geleden gaf ik een lezing over de europolitiek aan de Universiteit Antwerpen nadat Herman Van Rompuy zijn ervaringen als voorzitter van de Europese Raad had meegegeven.
Begin 2017 werd angstvallig uitgekeken naar de verkiezingen in Nederland en Frankrijk voor de zomer en Duitsland erna. De ongerustheid was evident na het disruptieve brexitreferendum en de verkiezingsoverwinning van Donald Trump. Ondertussen zijn we een jaar verder.
We hebben deze legislatuur regelmatig een halfslachtig debat zien opflakkeren over het pensioenbeleid. Heel wat minder krantenkoppen verschenen er over het beheer van de gezondheidszorg. Nochtans is dit voor de toekomst op vele vlakken een heel wat complexere uitdaging.
De routine van de Amerikaanse president Trump bestaat uit het creëren van een dagelijkse opstoot van verontwaardiging waarna het mediastormpje net op tijd gaat liggen zodat de dag nadien het scenario zich opnieuw kan herhalen.
De regering is trots op haar verwezenlijkingen tot nu toe. Zo heeft ze een taks shift beslist en werkt ze aan een aanpassing van de vennootschapsbelasting. We kunnen daarmee stellen dat ze de juiste problemen probeert aan te pakken.
België slaagt er maar niet in om een begrotingsevenwicht te bereiken en verliest veel geloofwaardigheid in het buitenland. Alleen de Club Med-landen Portugal, Italië en Frankrijk kregen dezelfde brief van de Europese Commissie met de ernstige waarschuwing van ontsporing.
Voor een debat over migratie is het eerste wat je voor je voeten geworpen krijgt: “stop met asiel en migratie samen te bespreken”. De realiteit laat zich echter niet vangen in politiek correcte taboes.