Naar overzicht

De langetermijngevolgen van de keuzes in het Franstalig onderwijs

De keuze in het Franstalig onderwijs om geen nieuwe leerstof te geven, dreigt de onderwijskloof tussen het Nederlandstalig en Franstalig onderwijs te vergroten met 6 bijkomende PISA punten. Dit diept het verschil in economische groei op de lange termijn uit van 0,40 tot 0,50 procent punt.

Doordat lessen opgeschort worden treft de coronacrisis jongeren ongemeen hard. Als de scholen op 18 mei gedeeltelijk heropenen, hebben de leerlingen 34 schooldagen gemist. Voor elke vijf schooldagen vorig jaar is dat één schooldag dit jaar. Als de schoolpoorten voor sommige leerlingen definitief gesloten blijven tot het einde van het schooljaar, zullen ze 65 dagen het schoolbord niet meer gezien hebben. De fysieke lestijd werd met een derde ingekort ten opzichte van vorig schooljaar.

De gevolgen van een dergelijke schoolstop zijn dramatisch op lange termijn. Zo dreigen leerlingen onherstelbare leerachterstanden op te lopen, wordt de kloof tussen kansrijke en kansarme leerlingen groter, zal het vroegtijdig schoolverlaten pieken en missen leerlingen specifieke (beroeps)vaardigheden.

Preteaching in Vlaanderen


De Vlaamse onderwijsverstrekkers grepen onmiddellijk na de paasvakantie naar afstandsonderwijs. Onder de vorm van preteaching bieden leerkrachten nieuwe leerstof aan aan jongeren. Hoewel een deel van de leerlingen niet bereikt kan worden, en hoewel preteaching niet even effectief is als een gewone lesdag, helpt het om op de lange termijn de schade te beperken voor de grootste groep leerlingen.

Het contrast met het Franstalig onderwijs kan niet groter zijn. Omdat men vreesde voor toenemende ongelijkheid tussen leerlingen en omdat men wijst op de digitale kloof tussen leerlingen, werd besloten om geen onderwijs te voorzien. Er was slechts een minimum aan herhalingsoefeningen, maar geen preteaching. Onder het voorwendsel van meer gelijkheid, dreigt nu een nog grotere groep leerlingen leerachterstand op te lopen. Bovendien berust de beleidskeuze op de foutieve veronderstelling dat jongeren zonder schools aanbod niet leren. Net zoals in de zomervakantie kinderen uit kansrijke gezinnen leren uit reizen en kampen, zullen zij via hun ouders leerstof aangeboden krijgen. Dus ook zonder herhalingsoefeningen of preteaching zal de kloof tussen kansarm en kansrijk vergroten.

Sinds de Nationale Veiligheidsraad van 24 april 2020 zijn de verschillen iets kleiner, maar nog steeds substantieel. In de Franse Gemeenschap krijgen leerlingen uit het eerste en tweede leerjaar van de lagere school vanaf 25 mei 1 dag les per week en vanaf 18 mei krijgen leerlingen van het zesde leerjaar 2 dagen les per week. De andere dagen en voor de andere leerjaren is er geen les. In Vlaanderen krijgen leerlingen uit het eerste en tweede leerjaar 4 dagen les per week, terwijl leerlingen uit het zesde leerjaar 2 lesdagen krijgen. De andere dagen en leerjaren krijgen de Vlaamse leerlingen 4 uur preteaching per dag.

In het middelbaar onderwijs krijgen de Franstalige leerlingen 2 dagen les per week in het zesde middelbaar vanaf 18 mei en in het tweede middelbaar vanaf 25 mei. Terwijl de Vlaamse leerlingen uit het zesde middelbaar, afhankelijk van de onderwijsvorm, 1 of 2 dagen les krijgen vanaf 18 mei. Er kunnen ook twee bijkomende jaren herstarten vanaf 29 mei. De andere dagen en leerjaren in het Vlaams middelbaar onderwijs krijgen 4 uur preteaching per dag.

Tragere economische groei


De onderwijsprestaties van het Franstalig onderwijs waren bij de meest recente PISA bevraging met 495 PISA punten ruim minder dan de 518 PISA punten in Vlaanderen. Deze uiteenlopende prestaties leiden tot een verschil van 0,40 procentpunt in economische langetermijngroei. Dit is ruim een derde van de jaarlijkse Waalse langetermijngroei van 1,1% en een kwart van de Vlaamse lange termijngroei van 1,6%.

De verschillende beleidskeuzes inzake de coronacrisis in het noorden en het zuiden van het land versterken deze kloof. Zelfs al is de preteaching niet zo effectief als een gewone lesdag, dan loopt het verschil in onderwijsaanbod op tussen beide landsdelen. Dit dreigt de onderwijskloof, zoals bijvoorbeeld gemeten in de PISA-resultaten, te vergroten met 6 bijkomende PISA punten, zodat het totale verschil in langetermijngroei oploopt tot 0,50 procent punt. Het is evident dat dit blijvende verschil belangrijke implicaties heeft voor onze welvaartsstaat.

Omdat alle beschikbare evidentie uitwijst dat jongeren niet de motor zijn van het COVID-virus, pleiten we er dan ook voor om deze langetermijncrisis te bedwingen door op 18 mei de school te heropenen voor alle jongeren, en niet enkel voor specifieke leerjaren. Bij het heropenen van de school voor alle leerlingen kunnen we de leraren beschermen door plexiglas in de klas te installeren, en kunnen we contacten in het openbaar vervoer en aan de schoolpoort verminderen door de school te starten op diverse momenten. Ook blended leren, wat een combinatie is van afstandsonderwijs en contactonderwijs, kan helpen om contacten te verminderen. Tot slot moeten we de verloren lestijd inhalen door een stuk van de zomervakantie op te offeren. Laat ons dit gelijkaardig doen voor zowel het Franstalig en het Nederlandstalig onderwijs, zodat we alle jongeren dezelfde kansen geven, ongeacht de school of de gemeenschap waar iemand woont.