Naar overzicht

Griekse ontkenning

In België zien velen de overwinning van Syriza als een zege op het beleid van de Europese Unie. Met die politieke recuperatie bewijzen ze de gewone Griek echter geen dienst.

Het hoofdprobleem van de Griekse maatschappij is ruimer dan politiek: ze wil de realiteit niet onder ogen zien. Het land heeft een traditie van boven zijn stand te leven. Bij problemen ging het telkens over tot een devaluatie of een schuldherschikking. De politieke klasse cultiveerde de Griekse slachtofferrol. De problemen werden op het conto geschreven van buitenlandse krachten. Dat het land 240 miljard euro aan leningen heeft gekregen van de internationale en Europese gemeenschap wordt vlug over het hoofd gezien. Syriza doet niets anders dan zijn voorgangers.

 

Duitsland en Nederland zien de Griekse crisis als het Trojaanse paard dat de fundamenten van heel de eurozone in gevaar brengt.


 

De radicale partij kan intern wel het verschil maken door gevestigde belangen die hervormingen tegenhielden aan te pakken. Ook in ons land wordt geklaagd over de verstarrende invloed van de zuilen in domeinen als gezondheidszorg en pensioenen. Maar vergeleken met de Griekse sclerose is dat klein bier. Wie in Griekenland een bedrijf wil starten, staat een calvarietocht te wachten. Er wordt immers vooral rekening gehouden met de marktpositie van gevestigde bedrijven, die vaak een oligopolie vormen met politieke connecties. Het cliëntelisme, waarbij de gunst van de kiezer afgekocht wordt door publieke tewerkstelling en genereuze uitkeringen, teert er welig.

Het is dan ook erg verontrustend dat het debat focust op de schuldkwijtschelding, en niet op het verbeteren van het investeringsklimaat. Uiteraard kan het zinvol zijn om de looptijd van de noodleningen en de rentes te herbekijken, om de Grieken perspectief te bieden. Groeiwarrants kunnen daarbij nuttig zijn. De afbetaling van de schuld wordt afhankelijk gemaakt van de economische groei. Maar dat heeft weinig zin als niet ingezet wordt op hervormingen die het groeipotentieel van het land opkrikken.

‘Ander en beter’, dachten de Grieken vorige week bij de stembusgang. Dat dit bewaarheid wordt, is helemaal niet zeker. Europa mag zeker niet toelaten dat het opnieuw een excuus is om de werkelijkheid te verbloemen. Syriza zal een gratieperiode krijgen, maar zijn economisch programma - minimumloon optrekken, gratis elektriciteit en voedselbonnen voor honderdduizenden Grieken- moet worden gefinancierd. De partij denkt vooral aan het aanpakken van de belastingfraude. Hopen dat alle achterstallige belastingen alsnog ingevorderd kunnen worden is wishful thinking. Veel van dat geld is al geparkeerd in het buitenland.

Stellen dat het land snel weer op de rails zal staan zodra de ECB Griekse obligaties begint op te kopen is symptomatisch voor de lichtzinnigheid van sommige politici. Bij het opzetten van de Griekse reddingsoperaties verklaarden Reynders en Leterme dat ons land er geld aan zou verdienen, en nu worden de risico’s van het opkopen van staatsobligaties onder het tapijt geveegd. Verschillende economen - enkelen zijn nu al in dienst van Syriza - stelden al dat verliezen geboekt door een centrale bank geen enkel belang hebben. De rente die overheden betalen op de leningen die de ECB opkoopt, zal aan de centrale bank worden uitbetaald. Die zal de rente vervolgens als dividend terugsluizen naar de overheden.

 

Een schuldherschikking in 2010 had ook vooral private geldverschaffers in het bad getrokken, terwijl de rekening nu doorgeschoven werd naar de Europese belastingbetaler.


 

Mocht de ECB ook nog eens besluiten de opgekochte schuld permanent op haar balans te houden, dan hoeft er ook niet meer afgelost te worden, stelt Bocconi-hoogleraar Guido Tabellini. Dat is alleen maar zo als de overheid en de centrale bank als één entiteit beschouwd worden. Noord-Europa beschouwt dat als het openen van de doos van Pandora, waarbij het verbod van monetaire financiering van de politiek omzeild wordt. Meteen wordt duidelijk waarom Duitsland en Nederland de Griekse crisis zien als het Trojaanse paard dat de fundamenten van heel de eurozone in gevaar brengt.

Dit had vermeden kunnen worden indien men vanaf het begin het Internationaal Monetair Fonds in zijn diagnose was gevolgd. Het IMF is expliciet gecreëerd om landen en alle betrokken partijen de realiteit onder ogen te doen zien. Een schuldherschikking in 2010 had ook vooral private geldverschaffers in het bad getrokken, terwijl de rekening nu doorgeschoven werd naar de Europese belastingbetaler. Er zijn dit jaar geen grote aflossingen van de Griekse schuld. Dus heeft men nog enige tijd voor de schuldproblematiek. Maar hoe sneller men uit de roes ontwaakt dat met Syriza plots wonderoplossingen mogelijk worden die we tot nu toe negeerden, hoe beter.

Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Tijd