Naar overzicht

Begrotingscontrole 2012 is niet het einde maar het begin

Begrotingscontrole 2012 is niet het einde maar het begin, ook tussen 2013-2015 zullen de maatregelen uit het regeerakkoord budgettair tekort schieten.
Itinera roept regering op om bij het doorhakken van budgettaire politieke knopen erover te waken dat ze de structurele oplossingen van morgen niet hinderen, maar in tegendeel faciliteren.

Dit is maar het begin

Het Itinera Institute waarschuwt dat deze begrotingscontrole, die inclusief buffer een inspanning vergt van 1,970 miljard euro, slechts het begin is. De maatregelen voorzien in het regeerakkoord zullen echter niet alleen voor 2012 bijgestuurd moeten worden maar ook in de jaren 2013-2015 (wellicht aanvullend voor meer dan 3 miljard euro). De politieke keuzes van vandaag moeten niet alleen de hoge nood lenigen, ze moeten een progressief toenemende impact hebben en ook de aanzet geven voor structurele oplossingen. In het rapport “Begrotingscontrole als een tussenstap naar het begrotingsevenwicht” stelt Itinera verschillende opties voor die nu in de begrotingscontrole van dit jaar aan bod kunnen komen of overwogen kunnen worden om het aanvullend gat te dichten de komende jaren.

  1. Fiscaliteit

    Essentieel is dat de genomen belastingsmaatregelen de marsrichting van een belastinghervorming volgen: betere spreiding van de belastingen over diverse inkomens, verlaging van belasting op arbeid, groene fiscaliteit en sterke vereenvoudiging en afschaffing van bijzondere statuten.
    Enerzijds kan het BTW-tarief verhoogd worden (wat 1,1 miljard kan opbrengen) maar anderzijds kunnen we ook een halt toeroepen aan allerlei afwijkende regimes die ervoor zorgen dat de fiscus in het BTW-stelsel rond 3 miljard euro misloopt wat liefst 11% is van de totale BTW-ontvangsten.

  2. Pensioenen

    De beste begrotingsstrategie is het uittekenen van een onmiddellijke strategie om langer werken op de arbeidsmarkt te versnellen en te veralgemenen. De evaluatie van het Generatiepact kan hier de doorstart betekenen.
    De budgettaire opbrengst van de pensioenmaatregelen moet opnieuw duidelijk worden gesteld, aangezien er versoepelingen zijn onderhandeld op de oorspronkelijke ingrepen.
    Een gelijke fiscale behandeling van inkomens uit arbeid en uit pensioenen kan tussen de 1,3 en de 1,9 miljard euro opbrengen, zonder invloed te hebben op de bescheiden pensioenen.

  3. Gezondheidszorg

    De regering moet de institutionele verkaveling van de gezondheidszorg, waarbij elke budgetoefening gebeurt vanuit het perspectief van de impact op deze of gene belangengroep in de sector, overstijgen. Er is nood aan structureel beleid voor meer en betere gezondheidszorg, in een context van minder middelen.
    Algemeen moet het principe gehanteerd worden dat om actoren te motiveren voor besparingen een deel ervan terug kan vloeien naar diegene die de inspanning doet.

    1. De doelmatigheid van medische technologieën waarborgen: elke Euro afwegen om na te gaan of men met de investering voldoende gezondheidswinst kan realiseren.
      Quick Win: prijscompetitie tussen generieken aanmoedigen, met de beproefde recepten uit andere landen. De helft van de besparingen die hieruit voortkomen, laten terugvloeien naar ondersteuning van innovatie. De andere helft naar budgetbesparing.
      Quick Win: De kosteneffectiviteit van het centrum voor Hadrontherapie kritisch evalueren.
    2. Zorgverstrekkers en ziekenhuizen beter doen werken door het hanteren van standaard maatstaven voor kwaliteit en kosteneffectiviteit.
    3. Zorgverstrekkers en ziekenhuizen anders betalen, met een grotere nadruk op kwaliteit en doelmatigheid.
      Quick Win: referentiebedragen uitbreiden naar meer aandoeningen met een hoge graad van voorspelbaarheid. De prijs per referentiebedrag niet baseren op gemiddelde, maar op basis van verantwoorde zorg.
      Quick Win: shared savings: de helft van besparingen die het gevolg zijn van kwaliteitsverbetering, laten terugvloeien naar de zorgverlening, om bijkomende kwaliteitsprojecten te ondersteunen. De andere helft naar budgetbesparing.
    4. Meer “patiënt management”: goed gedrag aanmoedigen en verkeerd gedrag ontmoedigen, via betere communicatie en informatie aan de patiënt, een verhoging van het remgeld voor minder kosteneffectieve zorgen. Quick Win: wanneer een patiënt bewust zijn levensstijl verbetert (vb. rookstop), met een aantoonbare besparing voor de gezondheidszorg op lange termijn, dient een beperkt aandeel van die besparing naar de patiënt terug te vloeien als beloning van zijn inspanning en bereikte resultaat.
  4. Arbeidsmarkt en werkloosheid

    Algemene jobsubsidies voor doelgroepen vervangen door persoonlijke diensten voor wedertewerkstelling, op maat van individuele werkzoekenden. De staatshervorming moet op dat vlak snel worden uitgevoerd, aangezien de bevoegdheden geregionaliseerd worden.

    De tientallen stelsels van bijzondere, “alternatieve” beloning met speciale fiscale en parafiscale behandeling grondig in perken, in ruil voor lineaire lastenverlaging.

    Het huidige politieke akkoord over de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen zal armoede organiseren en geen werk creëren. Laat degressiviteit vroeger ingaan, gecombineerd met progressieve begeleiding op maat, voor meer activiteit en minder uitkeringen.

  5. Overheid

    Echt besparingspotentieel ontstaat niet met een lineaire besparing die iedereen over dezelfde kam scheert – inclusief zij die al bespaard hebben – maar door slimme doelstellingen van efficiëntie en kwaliteit, die vrij door de administraties kunnen gerealiseerd worden. Hierbij kan opnieuw de motivatie versterkt worden door een deel van het resultaat te herinvesteren in de betrokken administratie.
    Itinera toonde reeds vroeger aan dat de grote natuurlijke generatiewissel in het ambtenarenkorps voor de gezamenlijke overheid een belangrijk besparingspotentieel is. Dit gaat om zowel de modernisering als de verjonging van de administratie. Om dit effectief te realiseren is een goede coördinatie tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus in ons land noodzakelijk.

    Omdat maatregelen in de overheidssector vaak maar progressief een verschil maken en het alleen maar fair is dat een groep die eerder beschut is tegen de gevolgen van de crisis op het vlak van werkzekerheid ook een inspanning doet, is een indexsprong voor de ambtenaren zeker een te overwegen optie. Voor de gezamenlijke overheid zou dit netto ongeveer 400 miljoen euro opbrengen.

 

Voor meer info neem contact op met:

Ivan Van de Cloot, chief economist Itinera : 0478 – 43 47 17
Jean Hindriks, senior fellow Itinera : 0472 - 41.55.27

pr07_nl.pdf
(112.82 KB) Downloaden