Fiscale stimuli voor onderzoek en ontwikkeling maken innovatie mogelijk. Verhoog de bedragen van maatregelen die effect hebben!
![](/sites/default/files/styles/3_2_m/public/innovations.jpg?h=bc9ef01b&itok=jXCBkYT-)
Innovatie is een belangrijke motor van economische groei. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) stimuleren innovatie. Itinera bracht in het rapport “Fiscale stimulansen voor onderzoek en ontwikkeling” de bestaande maatregelen in kaart. Zo blijkt dat fiscale stimuli een aantal voordelen biedt ten opzichte van subsidies voor O&0. Ze zijn voor bedrijven toegankelijker waardoor meer bedrijven bereikt worden. Vooral voor jonge innovatieve bedrijven is het vaak moeilijk om externe financiering te vinden. Om ook voor hen effectief te zijn, is de overdracht naar volgende of overige boekjaren of terugbetaling van het fiscale voordeel na een aantal opeenvolgende jaren van onvoldoende bedrijfswinsten belangrijk.
Itinera pleit voor een regelmatige evaluatie van het innovatiebeleid waarbij wordt nagegaan in welke mate de overheidssteun geresulteerd heeft in extra O&O-uitgaven door ondernemingen. Een fiscaal beleid dat zich enerzijds richt op de investeringsuitgaven voor O&O en uitgaven voor de aanschaf van octrooien en anderzijds op de loonkosten van de onderzoekers is noodzakelijk. Extra middelen aanwenden voor deze maatregelen die effectief resultaat hebben is een prioriteit. Itinera roept beleidsmakers ook op om voldoende aandacht te besteden aan mogelijke wisselwerkingen tussen fiscale stimuli en andere beleidsmaatregelen ter bevordering van O&O en innovatie.
Fiscale stimuli verdringen minder gemakkelijk private O&O-uitgaven, zijn toegankelijker en bereiken meer ondernemingen dan subsidies
O&O stimuleren via fiscaal beleid heeft een aantal voordelen ten opzichte van directe steun (toekennen van subsidies) voor O&O.
Doordat fiscale stimuli de marginale kosten verminderen is er minder kans dat ze private O&O-uitgaven gaan verdringen. Indien het de bedoeling is om de O&O-uitgaven van ondernemingen (o.a. KMO’s) drastisch op te trekken dan zijn fiscale voordelen waarschijnlijk effectiever dan subsidies, die vaak in competitie tussen ondernemingen worden toegekend. Fiscale voordelen zijn vaak gunstiger voor ondernemingen omdat hun voorspelbaarheid en transparantie groter is en de administratieve kosten doorgaans lager liggen. Hierdoor zijn fiscale stimuleringsmaatregelen toegankelijker dan subsidies en kunnen meer ondernemingen bereikt worden. Een ander voordeel is het ‘neutrale’ karakter van fiscale stimuli en de niet-uitsluitbaarheid van de maatregel, waardoor alle O&O-projecten zonder onderscheid aanspraak kunnen maken op de steun.
Maak het belastingvoordeel voor jonge innovatieve ondernemingen flexibel over de jaren
Fiscale maatregelen die gericht zijn op de vennootschapsbelasting zorgen ervoor dat bedrijven over voldoende hoge belastbare inkomsten moeten beschikken om in aanmerking te komen voor deze fiscale stimuli.
Voor heel wat ondernemingen is dit een nadeel. Zo realiseren jonge innovatieve ondernemingen meestal geen of slechts een beperkte boekhoudkundige winst voor betaling van belastingen. Hierdoor worden ze in veel gevallen uitgesloten van het belastingvoordeel.
“De mogelijkheid tot overdracht naar de volgende of vorige boekjaren of de terugbetaling van het fiscale voordeel na een aantal opeenvolgende jaren van onvoldoende bedrijfswinsten is hierbij een mogelijke oplossing”: zegt Ivan Van de Cloot.
Evalueer en coördineer innovatiebeleid tussen gewesten en federale overheid
Itinera pleit voor een regelmatige evaluatie van de innovatiesteun. Criteria die hierbij centraal staan zijn o.a. eenvoud, transparantie, voorspelbaarheid en lage administratieve lasten. Men moet nagaan of er sprake is van additionaliteit, d.w.z. of 1 euro aan overheidssteun gepaard gaat met meer dan 1 euro aan bijkomende O&O-uitgaven door ondernemingen die de steun ontvangen. De additionaliteit blijkt af te nemen wanneer ondernemingen verschillende steunmaatregelen (subsidies en gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing) combineren. Dit lijkt de noodzaak aan te tonen van coördinatie tussen de gewesten en de federale overheid over het geheel van de verleende overheidssteun. Er zijn ook aanwijzingen dat ondernemingen met het oog op het verkrijgen van een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing sommige bedrijfsactiviteiten hebben geheretiketteerd als O&O of sommige O&O-projecten hebben uitgesteld tot de fiscale steun van kracht werd. Dit zorgt waarschijnlijk voor een overschatting van de additionaliteit in de eerste jaren.
Prioriteiten
• Een toegankelijk en transparant fiscaal beleid voor O&O dat steunt op twee complementaire pijlers. Een eerste pijler die zich richt op de investeringsuitgaven voor O&O en uitgaven voor de aanschaf van octrooien en een tweede pijler gericht op de loonkosten van de onderzoekers.
• Extra middelen prioritair aanwenden voor de maatregelen op het vlak van de (partiële vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor O&O-personeel zoals doctor in de exacte of toegepaste wetenschappen, doctor in de geneeskunde, burgerlijk ingenieur, .... Uit onderzoek blijken deze maatregelen een duidelijk effect te hebben.
• Een keuze tussen het belastingkrediet en de verhoogde investeringsaftrek dringt zich op. Het niet langer beperken van de maatregel tot de O&O-investeringen met een milieuvriendelijk karakter, maar eventueel enkel voor aanschaf van octrooien en de investeringsuitgaven voor O&O kan zinvol zijn.
Itinera concludeert dat het beter is om de middelen te concentreren op wat het beste werkt maar om werkelijke impact te genereren moet men kunnen overgaan tot hogere bedragen. Het is noodzakelijk dat er aandacht wordt geschonken aan mogelijke wisselwerkingen tussen fiscale stimuli en andere beleidsmaatregelen ter bevordering van O&O en innovatie.
Voor gedetailleerde informatie raadpleeg het rapport op www.itinerainstitute.org
Voor meer info neem contact op met Ivan Van de Cloot (Itinera): 0478434717