Naar overzicht

Verkiezingen 2014 - Werk: een loopbaanrekening voor andere en langere loopbanen

Realiseer een kentering in loopbaanorganisatie door de algemene invoering van de loopbaanrekening: een individuele rekening met meeneembare rechten, die door werkgevers, werknemers en overheid wordt gefinancierd. De loopbaanrekening vereenvoudigt of vervangt collectieve stelsels van schorsingen, verloven, opleidingen en arbeidsduurverminderingen. Ze realiseert op individueel vlak een algemene doelstelling van meer investering in opleiding, vorming en carrièreplanning. Ze bestaat uit budgetposten:

  • competenties, bestemd voor opleiding en vorming;
  • loopbaanplanning, voor de regelmatige beoordeling en begeleiding tijdens de loopbaan;
  • eindeloopbaan, die vanaf een aantal effectief gewerkte loopbaanjaren kan aangesproken worden;
  • tijdsparen, die tijd voor geld inruilt en later geld voor tijd inruilt;
  • mobiliteit, voor investering en begeleiding naar nieuw werk, bijvoorbeeld bij ontslag.

Figuur 9: De “New Deal” voor een leeftijdsvriendelijke arbeidsmarkt: langer werken gaat van moeten naar kunnen en willen

Figuur 10: België moet beter doen in levenslang leren als het langer werken meer realistisch wil maken

Levenslang leren (25-64 jaar – % in referentieperiode 4 weken)

De loopbaanrekening is een multifunctioneel loopbaaninstrument dat een financiële hefboom biedt voor het opvangen en ondersteunen van de loopbaanontwikkeling van de werknemer, op de maat van de werknemer. De loopbaanrekening kan aangesproken worden voor opleiding en vorming, voor verloven en arbeidsduurvermindering, voor arbeidsformules op maat, bij ontslag of pensioen, enz. Ze vervangt of versterkt collectieve systemen die uitsluitend met veralgemeende doelgroepen werken, die suboptimaal renderen ten aanzien van de individuele carrièrenoden en die het persoonlijke loopbaangedrag van werknemers artificieel beïnvloeden, met perverse effecten voor de hele arbeidsmarkt.

De loopbaanrekening komt tot stand in een driehoeksverhouding tussen de werknemer, de werkgever en de overheid. Voor de werknemer is de loopbaanrekening een draagbaar krediet dat van de wieg tot het graf van de actieve loopbaan ter beschikking staat, en dat in de loop daarvan wordt opgebouwd of aangewend. Het restkrediet op de rekening bij het einde van de carrière kan dienen als aanvullend pensioenkapitaal.

Aan de loopbaanrekening zal de werknemer ook zelf bijdragen, enerzijds financieel via bijdragen en anderzijds door te werken, want het is precies via werk dat de opbouw van de loopbaanrekening door de werkgever en of overheid zal gebeuren. Betrokkenheid van de werknemer is essentieel: zo draagt ook de werknemer een stuk van de verantwoordelijkheid voor het opsparen en besteden van de middelen. Dat is de beste garantie voor doelmatigheid in het licht van zijn/haar persoonlijke loopbaansituatie. Dat is het grote verschil met collectieve systemen die volledig door derden, in het bijzonder door de belastingbetalers, worden gedragen. De financiële bijdragen van de werknemer kunnen bestaan uit een loonpercentage en/of uit het inruilen van tijd voor geld. De loopbaanrekening kan met andere woorden ook het gekende “tijdsparen” toelaten, waarbij de werknemer verlofdagen, rustdagen of andere periodes vrijwillig omruilt voor een kapitaal dat hij/zij later kan gebruiken om langere tijd niet of minder te werken.

Voor de werkgever is de loopbaanrekening een instrument om talentmanagement en loopbaanplanning te integreren in het courante personeelsbeleid. Het is in het belang van de hele samenleving en van alle werkgevers dat ons menselijk talent – dat door de vergrijzing snel en structureel schaarser wordt – beter kan evolueren over langere, meer gevarieerde en meer aangepaste loopbanen. Daarbij is de primaire doelstelling niet de nadagen van de loopbaan iets langer te rekken door oudere werknemers te ontzien via aangepaste arbeidsduur, lichter werk, meer vakantiedagen en zo meer. Het is integendeel belangrijk om, met de werknemer als copiloot, proactief de loopbaan te plannen en om kennis en vaardigheden te blijven vernieuwen, zodat de loopbaan spontaan en gezond langer wordt. De overheid tenslotte, kan daarop inspelen door de loopbaanrekening als kanalisator te zien voor beleid dat de inzetbaarheid van werknemers op de arbeidsmarkt wil bevorderen, dat langer werken wil belonen en dat vroeger stoppen wil ontraden.

Lees het volledige rapport van Marc De Vos