Naar overzicht

Exit Singapore aan de Thames

De kersverse Britse premier Truss voerde een leiderschapscampagne als de reïncarnatie van Margaret Thatcher. In tegenstelling tot haar idool stroomt er geen ijzer door haar bloedvaten. Haar economisch programma werd, net als dat van Thatcher begin jaren tachtig, door vriend en vijand weggehoond. Maar terwijl Thatcher zelfs tegen straatprotesten in volhardde tot het tij uiteindelijk keerde en ze het ijkpunt van het politieke centrum voor een generatie verlegde, is Truss in enkele dagen gezwicht.

Truss dankt haar premierschap aan hardcore partijleden met heimwee. Maar het Britse Lagerhuis is bevolkt met brexit-conservatieven. Een nationalistisch clubje dat zich heeft afgekeerd van Europa en van immigratie en dat met grote overheidsprojecten Britse regio’s wil opschalen. Weg grootste handelsblok ter wereld, weg magneet voor buitenlands talent, weg Londen als financieel wereldcentrum. ‘Fuck business’ zei Johnson toen het Britse bedrijfsleven protesteerde over het verlies van de Europese markt. Geen wonder dat een voluntaristisch groeiprogramma met belastingverlagingen in dit midden niet op gejuich werd onthaald.

Zonder het gezag van een eigen verkiezingsoverwinning, zonder de intellectuele diepgang, de morele waarden en de moed van haar illustere voorgangster, kon Truss inbinden of inpakken. Politiek is een kwestie van timing. Toen Thatcher premier werd, was Groot-Brittannië de zieke man van Europa. Verzand in industrieel verval en geteisterd door eindeloze stakingen. Bezwaard met de erfenis van oorlog en wederopbouw, inclusief belastingvoeten tot wel 98%. Er was een sterke case voor meer ondernemerschap, meer vernieuwing, meer marktwerking en meer dynamiek vanuit de privésector, aangemoedigd met lagere belastingen. Meer economische groei was broodnodig en al de rest was al geprobeerd.

Anno 2022 liggen de kaarten anders. We leven in staat van oorlog. We kennen een mondiale klimaaturgentie. We staan voor de grootste energietransitie sinds de industriële revolutie. Geopolitieke rust heeft plaats gemaakt voor geopolitiek conflict. We kunnen geen barrières voor handel en nijverheid afbouwen als er geen gelijkgestemde handelspartners zijn. We hebben niet alleen betere markten maar ook betere overheden nodig, vooral betere strategische coördinatie tussen overheden en markten. Er is een acute nood aan grote publiek-private investeringen, eerder dan aan lagere belastingen pur sang.

Tegen die achtergrond is een agenda voor meer economische groei noodzakelijk maar onvoldoende. In vele landen wordt welvaart op korte termijn zelfs ondergeschikt gemaakt aan andere doelstellingen voor de langere termijn. De Verenigde Staten onder Biden gaan voluit voor het afbouwen van globalisering en het opbouwen van Amerikaanse industrie. China staat hard op de rem met COVID, wil herverdelende ‘gemeenschappelijke welvaart’ boven snelle groei en ontkoppelt zich van de globalisering. Rusland verkiest territorium en oorlog boven welvaart en welzijn. Ook Europa wil soevereiniteit in sectoren van strategisch politiek belang, zoals energie, batterijen, chips en landbouw. Stuk voor stuk verkiezen grote blokken de veiligheid van autonomie via industriële planning boven de maximalisatie van welvaart via vrijhandel.

Arm Verenigd Koninkrijk dat in dit kantelmoment de Europese Unie de rug toekeert. Het heeft noch de schaal noch de middelen om op de Britse eilanden een protectionistische grootmacht uit te bouwen. De Britse troeven – vermaarde kenniscentra en de Londense City – verliezen marktpotentieel in de nieuwe wereldorde. Brexit zou Global Britain inluiden, maar er is geen ‘global’ meer. Wat rest er anders dan Singapore aan de Thames, met lage belastingen en lichte regels? Dat wou Truss proberen, heel even maar.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.