'Moeten we ons zorgen maken over een Italiaans basisinkomen?'
Sinds de Movimento 5 Stelle of Vijfsterrenbeweging haar intrede deed in de Italiaanse politiek zagen we geregeld iets verschijnen over 'het Italiaanse basisinkomen'. Na hun electoraal succes en succesvolle regeringsvorming lijkt het niet meer weg te slaan uit de media. Maar wat stelt hun reddito di cittadinanza - letterlijk: burgerschapsinkomen - nu eigenlijk voor? Wordt het werkelijk het eerste land dat een basisinkomen invoert? Of is het de zoveelste poging van politici, activisten en media een populair buzzword te capteren voor eigen gewin, dan wel een illusie van gangbaarheid van het begrip te creëren.
In Basisinkomen tussen droom en werkelijkheid, beschreef ik samen met prof. Marc De Vos we al hoe 'het basisinkomen' niet bestaat, wel talloze basisinkomens in allerhande variaties. Daarbij komen ook nog eens conceptuele neven en nichten, vogels van allerhande diverse pluimage die zich onder het paraplu begrip proberen te schuilen. Als er al een eenduidige definitie bestaat, zal het deze van het Basic Income Earth Network zijn, een wereldwijd netwerk van voorstanders. Zij zien vijf centrale kenmerken van een basisinkomen: (1) periodiciteit, (2) cash, (3) individueel, onafhankelijk van (4) het inkomen en van (5) de werkbereidheid. Voldoet het niet aan die vijf kenmerken, dan is het geen basisinkomen maar iets anders. Zo simpel is het.
En toch lazen we in verschillende Vlaamse, Franstalige en internationale media doemberichten of juist hoopvolle artikels over het 'Italiaanse Basisinkomen', afhankelijk van de insteek van de auteur. Wie ons boek heeft gelezen, weet dat wij ons in het eerste kamp bevinden: het basisinkomen is géén goed idee voor onze samenleving en economie. Het is een sierlijk concept met een bijna verleidelijke eenvoud en veelal nobele doelstellingen, maar terug met de voeten in de werkelijkheid valt het geheel als een kaartenhuis ineen. Een inclusieve samenleving met een productieve economie vergt gericht investeren in een performant kansenbeleid, geen eenheidsworst met een aalmoes voor wie langs de kant blijft staan. Ongelijken gelijk behandelen is even onrechtvaardig als gelijken ongelijk behandelen, aldus Aristoteles.
Over de zin of onzin van een basisinkomen zal ik hier niet verder uitweiden, dat kunt u elders lezen. Maar als er één ding is waar ik het niet anders dan eens kan zijn met de nuchterdere voorstanders, is dat een goed debat vereist dat we weten waarover we het hebben. Een goed debat vereist enige semantische hygiëne, en onderscheidt een basisinkomen - in al diens vormen - van alternatieven. Laten we het Italiaanse 'basisinkomen' uit het jongste regeerakkoord eens tegen dit licht houden.
Onder voorstanders van het basisinkomen vinden we een flank voor wie het basisinkomen mensen zou bevrijden van het arbeidsjuk, en anderen voor wie het basisinkomen juist dé oplossing is voor de werkloosheidsval en de inactiviteitsval. Die eersten zullen grote ogen trekken, de doelstelling van het burgerschapsinkomen is een re-integratie in het sociaal en beroepsleven. De eerste zin van het desbetreffende hoofdstuk in het regeerakkoord, de toon is gezet.
Men vervolgt met de doelgroep: Italiaanse burgers in nood. Nood? Was een basisinkomen niet universeel? Men verduidelijkt dat gaat om een verhoging van het inkomen tot € 780 voor een alleenstaande, aangepast naar gezinsgrootte volgens OESO-parameters. Nog maar de tweede alinea, en we tellen twee doodzonden in de basisinkomenskerk. Het gaat niet om een som die iedereen ontvangt, maar een verhoging van het inkomen tot een bepaalde grens bereikt wordt. Ten tweede is een basisinkomen individueel, het in rekening brengen van gezinsgrootte en gezinsinkomen gaat hier lijnrecht tegenin. Ook moeten we de vraag stellen hoe nauw 'Italiaanse burgers' zal worden ingevuld, gegeven de rechts-nationalistische inslag van de Lega Nord. Italiaanse nationaliteit, wettelijke verblijfplaats in Italië, onderhevig aan de Italiaanse fiscaliteit; we kunnen het niet afleiden uit de tekst.
Men herneemt het voornemen de burger te re-integreren op de arbeidsmarkt, en veronderstelt 'de actieve betrokkenheid van de begunstigde' als voorwaarde voor de uitbetaling. Men moet onder meer één van de eerste drie jobaanbiedingen van de arbeidsbemiddelingsdienst aanvaarden. Eerder circuleerden er ook geruchten dat er een verplichting tot dagelijkse zoektocht naar arbeid en een wekelijkse gemeenschapsdienst aan zou gekoppeld worden. Of deze bewust uit het regeerakkoord werden gehouden dan wel de actieve betrokkenheid zullen concretiseren valt af te wachten. In ieder geval is aan de onafhankelijkheid van werkbereidheid niet voldaan.
Wat schiet er dan nog over? Een 'basisinkomen' beperkt tot burgers in arme gezinnen, die bereid zijn te werken en wiens inkomen uit andere bronnen verhoogd wordt tot een bepaalde grens. Als dit u bekend in de oren klinkt, dan heeft u gelijk. We hebben het dan over ons leefloon, maar dan een stuk lager. Voor wie nog hoop zou hebben voor het pensione di cittadinanza - het burgerschapspensioen - ook hier wordt een inkomen uit andere bronnen indien nodig verhoogd tot € 780, aan te passen naar gezinsgrootte. Een lagere variant van onze Inkomensgarantie voor Ouderen dus.
Het verbaast me zelf enigszins, maar op het eerste zicht heb ik op deze maatregel van de twee populistische partijen toch weinig aan te merken. Bescherming van menselijke waardigheid, beroep doende op een actieve betrokkenheid, gericht op sociale én economische participatie. Men heeft zelfs aandacht voor investering in een betere en efficiëntere werking van de arbeidsbemiddelingsinstelling, als katalysator van economische ontwikkeling en het omscholen van werklozen. Hoe deze voornemens zich zullen vertalen in de praktijk, gekruist met andere dure beloftes in een land dat enkel Griekenland voor zich laat gaan inzake schuldgraad, valt af te wachten. De politieke, economische en financiële situatie van het land belooft geen stabiliteit.
Er zijn voldoende elementen die ons terecht zorgen moeten baren. Maar een Italiaans basisinkomen is daar geen van.
In Basisinkomen tussen droom en werkelijkheid, beschreef ik samen met prof. Marc De Vos we al hoe 'het basisinkomen' niet bestaat, wel talloze basisinkomens in allerhande variaties. Daarbij komen ook nog eens conceptuele neven en nichten, vogels van allerhande diverse pluimage die zich onder het paraplu begrip proberen te schuilen. Als er al een eenduidige definitie bestaat, zal het deze van het Basic Income Earth Network zijn, een wereldwijd netwerk van voorstanders. Zij zien vijf centrale kenmerken van een basisinkomen: (1) periodiciteit, (2) cash, (3) individueel, onafhankelijk van (4) het inkomen en van (5) de werkbereidheid. Voldoet het niet aan die vijf kenmerken, dan is het geen basisinkomen maar iets anders. Zo simpel is het.
En toch lazen we in verschillende Vlaamse, Franstalige en internationale media doemberichten of juist hoopvolle artikels over het 'Italiaanse Basisinkomen', afhankelijk van de insteek van de auteur. Wie ons boek heeft gelezen, weet dat wij ons in het eerste kamp bevinden: het basisinkomen is géén goed idee voor onze samenleving en economie. Het is een sierlijk concept met een bijna verleidelijke eenvoud en veelal nobele doelstellingen, maar terug met de voeten in de werkelijkheid valt het geheel als een kaartenhuis ineen. Een inclusieve samenleving met een productieve economie vergt gericht investeren in een performant kansenbeleid, geen eenheidsworst met een aalmoes voor wie langs de kant blijft staan. Ongelijken gelijk behandelen is even onrechtvaardig als gelijken ongelijk behandelen, aldus Aristoteles.
Over de zin of onzin van een basisinkomen zal ik hier niet verder uitweiden, dat kunt u elders lezen. Maar als er één ding is waar ik het niet anders dan eens kan zijn met de nuchterdere voorstanders, is dat een goed debat vereist dat we weten waarover we het hebben. Een goed debat vereist enige semantische hygiëne, en onderscheidt een basisinkomen - in al diens vormen - van alternatieven. Laten we het Italiaanse 'basisinkomen' uit het jongste regeerakkoord eens tegen dit licht houden.
Onder voorstanders van het basisinkomen vinden we een flank voor wie het basisinkomen mensen zou bevrijden van het arbeidsjuk, en anderen voor wie het basisinkomen juist dé oplossing is voor de werkloosheidsval en de inactiviteitsval. Die eersten zullen grote ogen trekken, de doelstelling van het burgerschapsinkomen is een re-integratie in het sociaal en beroepsleven. De eerste zin van het desbetreffende hoofdstuk in het regeerakkoord, de toon is gezet.
Men vervolgt met de doelgroep: Italiaanse burgers in nood. Nood? Was een basisinkomen niet universeel? Men verduidelijkt dat gaat om een verhoging van het inkomen tot € 780 voor een alleenstaande, aangepast naar gezinsgrootte volgens OESO-parameters. Nog maar de tweede alinea, en we tellen twee doodzonden in de basisinkomenskerk. Het gaat niet om een som die iedereen ontvangt, maar een verhoging van het inkomen tot een bepaalde grens bereikt wordt. Ten tweede is een basisinkomen individueel, het in rekening brengen van gezinsgrootte en gezinsinkomen gaat hier lijnrecht tegenin. Ook moeten we de vraag stellen hoe nauw 'Italiaanse burgers' zal worden ingevuld, gegeven de rechts-nationalistische inslag van de Lega Nord. Italiaanse nationaliteit, wettelijke verblijfplaats in Italië, onderhevig aan de Italiaanse fiscaliteit; we kunnen het niet afleiden uit de tekst.
Men herneemt het voornemen de burger te re-integreren op de arbeidsmarkt, en veronderstelt 'de actieve betrokkenheid van de begunstigde' als voorwaarde voor de uitbetaling. Men moet onder meer één van de eerste drie jobaanbiedingen van de arbeidsbemiddelingsdienst aanvaarden. Eerder circuleerden er ook geruchten dat er een verplichting tot dagelijkse zoektocht naar arbeid en een wekelijkse gemeenschapsdienst aan zou gekoppeld worden. Of deze bewust uit het regeerakkoord werden gehouden dan wel de actieve betrokkenheid zullen concretiseren valt af te wachten. In ieder geval is aan de onafhankelijkheid van werkbereidheid niet voldaan.
Leefloon of inkomensgarantie
Wat schiet er dan nog over? Een 'basisinkomen' beperkt tot burgers in arme gezinnen, die bereid zijn te werken en wiens inkomen uit andere bronnen verhoogd wordt tot een bepaalde grens. Als dit u bekend in de oren klinkt, dan heeft u gelijk. We hebben het dan over ons leefloon, maar dan een stuk lager. Voor wie nog hoop zou hebben voor het pensione di cittadinanza - het burgerschapspensioen - ook hier wordt een inkomen uit andere bronnen indien nodig verhoogd tot € 780, aan te passen naar gezinsgrootte. Een lagere variant van onze Inkomensgarantie voor Ouderen dus.
Het verbaast me zelf enigszins, maar op het eerste zicht heb ik op deze maatregel van de twee populistische partijen toch weinig aan te merken. Bescherming van menselijke waardigheid, beroep doende op een actieve betrokkenheid, gericht op sociale én economische participatie. Men heeft zelfs aandacht voor investering in een betere en efficiëntere werking van de arbeidsbemiddelingsinstelling, als katalysator van economische ontwikkeling en het omscholen van werklozen. Hoe deze voornemens zich zullen vertalen in de praktijk, gekruist met andere dure beloftes in een land dat enkel Griekenland voor zich laat gaan inzake schuldgraad, valt af te wachten. De politieke, economische en financiële situatie van het land belooft geen stabiliteit.
Er zijn voldoende elementen die ons terecht zorgen moeten baren. Maar een Italiaans basisinkomen is daar geen van.