Vroegtijdig schoolverlaten: de feiten
VOLGENS DE BEVRAGINGEN GAAT ALLES GOED...
MAAR DE SCHOOLUITVAL IS HOGER EN ONGELIJKER DAN aangekondigd.
Vroegtijdige schoolverlaters zijn diegenen die het reguliere onderwijs verlaten zonder een diploma hoger secundair onderwijs te behalen of een opleiding af te ronden die tot een kwalificatie leidt. Schooluitval vormt een hellend vlak naar armoede en uitsluiting en is daarom een groot politiek probleem. Al jaren zijn de officiële statistieken over vroegtijdige schoolverlaters geruststellend. Statbel meldt dat het aantal vroegtijdige schoolverlaters in tien jaar tijd is gehalveerd. Deze cijfers komen uit de enquête naar de arbeidskrachten (EAK).
Twee problemen:
1. Studenten die vroegtijdig de schoolbanken verlaten zullen minder snel deelnemen aan het onderzoek.
2. De steekproefomvang is erg klein en de resultaten kennen een grote foutmarge.
Op basis van administratieve gegevens van het Vlaamse onderwijssysteem is het beeld minder rooskleurig:
- Het percentage vroegtijdige schoolverlaters is twee keer zo hoog als in de enquêtes
- De schooluitval is stabiel, niet dalend
- De sociale ongelijkheid binnen de groep vroegtijdige schoolverlaters neemt toe: schooluitval voor gezinnen met lage inkomens stijgt, tegenover een daling voor de andere gezinnen
De administratieve gegevens gepubliceerd door de Franse Gemeenschap onderschatten volgens ons het percentage vroegtijdige schoolverlaters enorm. Waarom zou er slechts een percentage schooluitval van 4,1% in het Waals Gewest zijn tegenover 11,7% in het Vlaams Gewest? Wallonië kent, meer dan Vlaanderen, verschillende risicofactoren die de verwachte kans op schooluitval verhogen, zoals een massale hoeveelheid zittenblijvers en een hogere armoedegraad.