De mythe van de gelddrukmachine
Ondertussen meer dan tien jaar geleden moest ik aan kinderen uitleggen in het programma “Schuif-af” van Ingeborg op VTM waarom we niet gewoon geld bijdrukken om problemen van mama en papa op te lossen. Wel vandaag is het zover. De ECB is principieel overgegaan tot het massale opkopen van staatsobligaties in de hoop hiermee het economisch herstel aan te vuren. Echter niet om geld aan ma en pa te geven maar door dit ter beschikking te stellen aan banken in ruil voor staatsobligaties die ze de voorbije jaren kochten.
Uiteraard intervenieert de centrale bank op een continue wijze in de economie. Het grote verschil met de normale open markt operaties van de centrale bank is de gigantische schaal waarop het gebeurt. Daarnaast is het objectief in eerste instantie niet meer een invloed uit te oefenen op de prijs van het geld en dit omdat de rente al bodemniveaus bereikt heeft. Het is net de diagnose van de “zerogrens” die de theorie van “kwantitatieve” versoepeling - QE - onderbouwt. Terwijl normale interventies van de centrale bank inwerken op de korte termijn wil men nu ook langere termijn beïnvloeden. Kritische economen zijn dan ook bezorgd dat risico-afwegingen nu veel langduriger verstoord worden.
"Gelddrukmachine"
In elk geval is de stap die nu gezet werd erg omstreden in Europa. Zo kapittelde gisteren de partij CDA (de Nederlandse Christendemocraten) de Nederlandse minister van financiën omdat hij zich niet kritischer had opgesteld over de actie van de ECB. In België gebeurde door CD&V net het tegenovergestelde. Wat alleen maar toont hoe verschillend de nationale gevoeligheden liggen.
Heel de geschiedenis is doorspekt met beschavingen die vernietigd werden door de verleiding van het drukken van geld. De mensheid heeft als oplossing daarvoor het instituut van de onafhankelijke centrale bank uitgevonden. Of nog: het plaatsen van de “gelddrukmachine” achter tralies zodat er niet te snel naar gegrepen kan worden.
Velen vrezen nu dat door de tralies open te breken, de doos van Pandora geopend wordt. Bij de Duitse bevolking ligt dat redelijk principieel vanuit de argwaan tegenover de politiek die de verleiding van het gemakkelijke geld niet zou kunnen weerstaan. In Nederland speelt meer de koopliedengedachte dat zij de rekening zullen moeten betalen. De centrale bank gaat immers nu staatsobligaties opkopen op het moment dat deze erg duur zijn (gezien de lage rente). En verkopen gaat ze pas doen op het moment dat de economie voldoende hersteld is, dus bij hogere rente,.. en veel lagere obligatieprijzen. De mogelijkheden dat er dus grote verliezen op deze interventie geboekt zullen worden is dus reëel. Vooral verliezen op de obligaties uit Zuid-Europa vreest men omdat daar ook nog eens de kredietwaardigheid van de landen betwijfeld wordt.
Als centrale banken verliezen maken, dan moeten deze goedgemaakt worden. Daarvoor is een verdeelsleutel afgesproken die maakt dat landen zoals Duitsland maar ook Nederland en België een belangrijk deel daarvan moeten ophoesten. Deze risico’s worden liefst door de Europese politici onder de mat geveegd. Zo vertelde Didier Reynders en Yves Leterme destijds dat we allleen geld konden verdienen aan de kredieten aan Griekenland. Quod non.
Omgekeerd signaal
De grote controverse over de actie die nu beslist werd, draait ook over de omvang van de operatie. Het beeld dat immers ontstaat is dat geld nauwelijks nog een opportuniteitskost heeft. Alle prudentie vliegt het raam uit, zeggen onze Noorderburen. Er zijn vandaag talloze tekens dat de risico-aversie in bepaalde marktsegmenten weggesmolten is als sneeuw voor de zon. In dat klimaat moet er iemand aanmanen tot voorzichtigheid, maar de centrale bank geeft net het tegenovergestelde signaal.
Dit was ook aan de vooravond van het springen van de zeepbel in 2007 zo. Slechts enkelen zoals William White van de Bank voor Internationale Betalingen wees erop dat het erg gevaarlijk was om monetair beleid enkel af te stemmen op inflatie en niet te kijken naar activaprijzen in andere markten. Dit lijkt vandaag helemaal opnieuw te gebeuren. De excessieve speculatie in de markt wordt genegeerd en zij die aanmanen tot voorzichtigheid worden op arrogante wijze geridiculiseerd.
Verkooppraatjes
Naast de context van nieuwe excessen die zich opstapelen mogen we ook niet blind zijn voor een diepere discussie die hierbij een belangrijke rol speelt. Nogal gemakkelijk wordt gezegd dat QE in de Verenigde Staten “gewerkt” heeft. Dit is een wel erg overtrokken conclusie. De eerste operatie van de Federal Reserve bestond eruit de slechte hypotheken van Freddy Mac en Fannie Mae over te kopen omdat die het financiële systeem traumatiseerden. Het onderzoek is veel minder eenduidig over de effectiviteit van de daaropvolgende interventies.
Er is een groot verschil met Amerika waar het lang verworven is om te proberen de economie te stimuleren door bijvoorbeeld het oppeppen van de beurs en de Europese- laat staan Duitse houding. Het verhaal dat QE dé reden is om in aandelen te stappen wordt ondertussen elke dag in duizenden verkoopspraatjes herhaald.
Hogere prijs
Zorgwekkend is dat woensdag voor de officiële beslissing om nieuw geld te creëren, op de financiële markt al de ronde ging dat er voor 50 miljard per maand staatsobligatie opgekocht zou worden. Dit werd verspreid en toegeschreven aan twee anonieme functionarissen van de ECB. Dit is uiteraard enorm problematisch omdat dit mogelijk maakte dat sommige grote spelers (banken en hedge fondsen) zich zo konden positioneren om winsten te boeken op basis van dit nieuws.
Sowieso waren het de grote financiële instellingen die al jaren aanstuurden op deze grote actie van meer dan 1000 miljard. Tijdens vorige operaties werd aan banken al eens 1000 miljard geleend aan gunstige voorwaarden en daarmee kochten ze voornamelijk staatsobligaties. De voormalige gouverneur van de Nederlandse Centrale Bank verzette zich fel tegen de nieuwe geldcreatie met de volgende stelling: “Drie jaar lang hebben banken tegen zeer lage tarieven geld geleend van de ECB om staatsobligaties te kopen. Een subsidie voor de banken. Nu dat programma afloopt, moeten de banken van die staatsobligaties af. En wie gaat die nu kopen? De ECB. Nota bene voor een hogere prijs!”
Gevangen door financiële markten
De twijfels over de effectiviteit van een beleid van kwantitatieve versoepeling is paradoxaal genoeg een argument om kritische economen te sussen: “Veel verschil zal het toch niet maken”. Dit opent natuurlijk de discussie over de politieke risico’s van dergelijk beleid. Elke dag is er evidentie dat Europese beleidsvoerders de urgentie van het aanpakken van fundamentele problemen minder ernstig nemen omdat ze alle heil verwachten van de monetaire interventies. In elk geval is het opbrengen van kritische zin de boodschap.
Helaas maakte ECB-voorzitter Mario Draghi zichzelf gevangene van de financiële markten door een balanstotaal van 3000 miljard euro een fetisj te maken. De markten zullen niet tevreden zijn tot dit bereikt wordt, wat de toestand van de economie ook mogen wezen.
Beluister hier het interview van Ivan Van de Cloot aan het Radio 1-programma 'De Ochtend'
Uiteraard intervenieert de centrale bank op een continue wijze in de economie. Het grote verschil met de normale open markt operaties van de centrale bank is de gigantische schaal waarop het gebeurt. Daarnaast is het objectief in eerste instantie niet meer een invloed uit te oefenen op de prijs van het geld en dit omdat de rente al bodemniveaus bereikt heeft. Het is net de diagnose van de “zerogrens” die de theorie van “kwantitatieve” versoepeling - QE - onderbouwt. Terwijl normale interventies van de centrale bank inwerken op de korte termijn wil men nu ook langere termijn beïnvloeden. Kritische economen zijn dan ook bezorgd dat risico-afwegingen nu veel langduriger verstoord worden.
"Gelddrukmachine"
In elk geval is de stap die nu gezet werd erg omstreden in Europa. Zo kapittelde gisteren de partij CDA (de Nederlandse Christendemocraten) de Nederlandse minister van financiën omdat hij zich niet kritischer had opgesteld over de actie van de ECB. In België gebeurde door CD&V net het tegenovergestelde. Wat alleen maar toont hoe verschillend de nationale gevoeligheden liggen.
Heel de geschiedenis is doorspekt met beschavingen die vernietigd werden door de verleiding van het drukken van geld. De mensheid heeft als oplossing daarvoor het instituut van de onafhankelijke centrale bank uitgevonden. Of nog: het plaatsen van de “gelddrukmachine” achter tralies zodat er niet te snel naar gegrepen kan worden.
Velen vrezen nu dat door de tralies open te breken, de doos van Pandora geopend wordt. Bij de Duitse bevolking ligt dat redelijk principieel vanuit de argwaan tegenover de politiek die de verleiding van het gemakkelijke geld niet zou kunnen weerstaan. In Nederland speelt meer de koopliedengedachte dat zij de rekening zullen moeten betalen. De centrale bank gaat immers nu staatsobligaties opkopen op het moment dat deze erg duur zijn (gezien de lage rente). En verkopen gaat ze pas doen op het moment dat de economie voldoende hersteld is, dus bij hogere rente,.. en veel lagere obligatieprijzen. De mogelijkheden dat er dus grote verliezen op deze interventie geboekt zullen worden is dus reëel. Vooral verliezen op de obligaties uit Zuid-Europa vreest men omdat daar ook nog eens de kredietwaardigheid van de landen betwijfeld wordt.
Als centrale banken verliezen maken, dan moeten deze goedgemaakt worden. Daarvoor is een verdeelsleutel afgesproken die maakt dat landen zoals Duitsland maar ook Nederland en België een belangrijk deel daarvan moeten ophoesten. Deze risico’s worden liefst door de Europese politici onder de mat geveegd. Zo vertelde Didier Reynders en Yves Leterme destijds dat we allleen geld konden verdienen aan de kredieten aan Griekenland. Quod non.
Omgekeerd signaal
De grote controverse over de actie die nu beslist werd, draait ook over de omvang van de operatie. Het beeld dat immers ontstaat is dat geld nauwelijks nog een opportuniteitskost heeft. Alle prudentie vliegt het raam uit, zeggen onze Noorderburen. Er zijn vandaag talloze tekens dat de risico-aversie in bepaalde marktsegmenten weggesmolten is als sneeuw voor de zon. In dat klimaat moet er iemand aanmanen tot voorzichtigheid, maar de centrale bank geeft net het tegenovergestelde signaal.
Dit was ook aan de vooravond van het springen van de zeepbel in 2007 zo. Slechts enkelen zoals William White van de Bank voor Internationale Betalingen wees erop dat het erg gevaarlijk was om monetair beleid enkel af te stemmen op inflatie en niet te kijken naar activaprijzen in andere markten. Dit lijkt vandaag helemaal opnieuw te gebeuren. De excessieve speculatie in de markt wordt genegeerd en zij die aanmanen tot voorzichtigheid worden op arrogante wijze geridiculiseerd.
Verkooppraatjes
Naast de context van nieuwe excessen die zich opstapelen mogen we ook niet blind zijn voor een diepere discussie die hierbij een belangrijke rol speelt. Nogal gemakkelijk wordt gezegd dat QE in de Verenigde Staten “gewerkt” heeft. Dit is een wel erg overtrokken conclusie. De eerste operatie van de Federal Reserve bestond eruit de slechte hypotheken van Freddy Mac en Fannie Mae over te kopen omdat die het financiële systeem traumatiseerden. Het onderzoek is veel minder eenduidig over de effectiviteit van de daaropvolgende interventies.
Er is een groot verschil met Amerika waar het lang verworven is om te proberen de economie te stimuleren door bijvoorbeeld het oppeppen van de beurs en de Europese- laat staan Duitse houding. Het verhaal dat QE dé reden is om in aandelen te stappen wordt ondertussen elke dag in duizenden verkoopspraatjes herhaald.
Hogere prijs
Zorgwekkend is dat woensdag voor de officiële beslissing om nieuw geld te creëren, op de financiële markt al de ronde ging dat er voor 50 miljard per maand staatsobligatie opgekocht zou worden. Dit werd verspreid en toegeschreven aan twee anonieme functionarissen van de ECB. Dit is uiteraard enorm problematisch omdat dit mogelijk maakte dat sommige grote spelers (banken en hedge fondsen) zich zo konden positioneren om winsten te boeken op basis van dit nieuws.
Sowieso waren het de grote financiële instellingen die al jaren aanstuurden op deze grote actie van meer dan 1000 miljard. Tijdens vorige operaties werd aan banken al eens 1000 miljard geleend aan gunstige voorwaarden en daarmee kochten ze voornamelijk staatsobligaties. De voormalige gouverneur van de Nederlandse Centrale Bank verzette zich fel tegen de nieuwe geldcreatie met de volgende stelling: “Drie jaar lang hebben banken tegen zeer lage tarieven geld geleend van de ECB om staatsobligaties te kopen. Een subsidie voor de banken. Nu dat programma afloopt, moeten de banken van die staatsobligaties af. En wie gaat die nu kopen? De ECB. Nota bene voor een hogere prijs!”
Gevangen door financiële markten
De twijfels over de effectiviteit van een beleid van kwantitatieve versoepeling is paradoxaal genoeg een argument om kritische economen te sussen: “Veel verschil zal het toch niet maken”. Dit opent natuurlijk de discussie over de politieke risico’s van dergelijk beleid. Elke dag is er evidentie dat Europese beleidsvoerders de urgentie van het aanpakken van fundamentele problemen minder ernstig nemen omdat ze alle heil verwachten van de monetaire interventies. In elk geval is het opbrengen van kritische zin de boodschap.
Helaas maakte ECB-voorzitter Mario Draghi zichzelf gevangene van de financiële markten door een balanstotaal van 3000 miljard euro een fetisj te maken. De markten zullen niet tevreden zijn tot dit bereikt wordt, wat de toestand van de economie ook mogen wezen.
Beluister hier het interview van Ivan Van de Cloot aan het Radio 1-programma 'De Ochtend'